Minister ziet geen zorgwekkende afwijkingen door doorstroomtoets

18 april 2024

Minister Paul herhaalt in een brief aan de Tweede Kamer op 17 april 2024 dat de doorstroomtoetsresultaten van dit jaar niet goed te vergelijken zijn met voorheen. Dit is het gevolg van veranderingen in het bepalen van de normering. De nieuwe opzet betekent dat er nu sprake is van een nulmeting, zo stelt de minister.

Doordat de nieuwe normering niet meer gebruik maakt van de schooladviezen zien veel basisscholen veel afwijkingen tussen de doorstroomtoets en de schooladviezen.

In de komende maanden verzamelt en analyseert het CvTE de benodigde gegevens om een definitief landelijke beeld te geven van de toetsresultaten. Het CvTE spant zich in vóór de zomer hierover te berichten. De minister geeft aan dat dit beeld pas echt op waarde kan worden geschat als de toetsresultaten worden gekoppeld aan de voorlopige en definitieve schooladviezen. Over dit totaalbeeld wordt de Tweede Kamer naar verwachting dit najaar geïnformeerd.

Zorgen in het voortgezet onderwijs over aanmeldingen

De VO-raad herkent de zorgen over de afwijkingen. Daarbij komt dat dit jaar voor het eerst de schooladviezen in principe naar boven worden bijgesteld bij een hoger toetsadvies. De VO-raad doet zelf een onderzoek bij haar leden wat dit voor gevolgen heeft voor de aanmeldingen bij het voortgezet onderwijs.

Het ministerie evalueert ook de eerste ervaringen rondom de doorstroomtoets en het veranderde tijdpad in de overgang po-vo en de centrale aanmeldweek. Daarnaast richt de evaluatie zich op de lange termijneffecten van de diverse wijzigingen, zoals de verplichte bijstelling van het schooladvies en de veranderde kwaliteitsbewaking. Bij deze evaluatie wordt ook gesproken met de VO-raad.

De minister meldt in de brief dat afnameperiode van de doorstroomtoets vanaf volgend schooljaar 2024-2025 standaard van twee naar drie weken gaat om ruimte te bieden aan belangrijke culturele tradities zoals carnaval. Dit wordt wettelijk vastgelegd.