Coronatijd is les in omgaan met tegenslag: “Dit gaat ook mooie mensen maken”

31 maart 2021

Na de eerste lockdown was er in eerste instantie vooral aandacht voor het inhalen van de achterstanden. In tweede instantie begonnen docenten zich af te vragen: wat doet de schoolsluiting met de mentale ontwikkeling van de leerlingen? Het St. Bonifatiuscollege in Utrecht reikt leerlingen hulpmiddelen aan om mentaal gezond te blijven in deze lastige tijd.

Céline Rensen (links op de foto) is docent bedrijfseconomie en mentor van 5 havo op het St. Bonifatiuscollege, kortweg ‘het Boni’. Ilse van Koppen is er afdelingsleider van 4 en 5 havo. Zij zagen dat hun leerlingen de overgang van 4 naar 5 havo heel anders maakten dan andere jaren.

Eindsprint

Van Koppen: “Door de lockdown hadden de leerlingen een deel van hun ontwikkeling gemist in de tweede helft van havo 4. Normaal zie je de leerlingen ‘aangaan’ op dat moment: ze weten waar hun sterke en zwakke punten liggen, waar ze nog mee aan het werk moeten. Dan zetten ze de eindsprint in.” Rensen: “Wij, de docenten, zaten na de vakantie helemaal klaar voor het nieuwe jaar, maar ik zag dat de leerlingen niet zo gemotiveerd waren. Ze hadden niet het gevoel: ik ben klaar voor het eindexamenjaar.”

Leerlingen hadden niet het gevoel: ik ben klaar voor het eindexamenjaar

Céline Rensen docent bedrijfseconomie en mentor van 5 havo op het St. Bonifatiuscollege

Eerst werken aan welzijn leerlingen

Ook vóór corona had het Boni het mentale welzijn van de leerlingen hoog in het vaandel staan. Aandacht was iets vanzelfsprekends. Rensen: “Na de periode van fysieke afstand was dat anders. We waren in eerste instantie gefocust op kennis en vaardigheden inhalen, maar ik zag dat leerlingen daar niet voor open stonden. In hun ogen ontbrak het perspectief. Toen dacht ik: we moeten het anders doen. Eerst werken aan hun welzijn, hun zelfvertrouwen, hun gevoel van competentie. Dan pas aan kennis.”

Verbinding

Rensen: “Normaal gesproken heeft een klas een introductie aan het begin van het schooljaar. De eindexamenklassen hebben zelfs een reis. Dat zijn de momenten waarop verbinding ontstaat. Binnen klassen, maar ook tussen leerling en docent. Dat viel door corona allemaal weg. School was alles wat ze hadden, en ze kregen alleen maar een bak kennis over zich heen gestort.”

Rensen bedacht een plan om van dat eindexamenjaar toch iets bijzonders te maken. Ze wilde de leerlingen laten voelen dat ze belangrijk zijn. Dat dit een belangrijke tijd voor ze is. Dat ze bijna volwassen zijn. Dat ze grip op hun leven kunnen hebben. Dus bedacht ze een seminar, “speciaal voor hen, om ze een hart onder de riem te steken.”

Class of 2021

Rensen: “We wilden ze echt verrassen, dus ze hadden allemaal gewoon een vak op hun rooster staan. Op school werden ze opgevangen door hun mentor en naar de gymlokalen gebracht. We hadden taart en speciale mondkapjes met Class of 2021. Ze werden echt even in het zonnetje gezet. Er waren drie thema’s: motivatie, succes en geluk. De sprekers zorgden ervoor dat de leerlingen geprikkeld werden om na te denken over dingen die ze zelf in de hand hebben. Hoe je kunt focussen op je doel. Of dat het heel normaal is dat je een bepaald percentage negatieve gedachten hebt op een dag, maar dat je ervoor kunt kiezen je te richten op de positieve gedachten die je óók hebt.”

Gelukskunde

Van Koppen: “Sommige leerlingen keken bij het onderwerp gelukskunde wel alsof ze dachten: wat is dit nu weer, maar er was echt voor iedereen wel iets uit te halen. Er waren ook onderdelen in spelvorm. Heel interactief. En – heel opvallend – niemand hield z’n hoodie op en niemand zat op z’n telefoon. Dat zegt wel wat.” Natuurlijk los je niet in een ochtend alle problemen rondom welzijn op. Van Koppen: “Maar de sprekers lieten zien dat je wel grip kunt hebben op bepaalde onderdelen van je leven. Dat gaf leerlingen rust.”

Een bijkomend voordeel was dat het seminar aanleiding gaf voor gesprekken met de leerlingen. Tijdens de mentorles of een-op-een, over geluk, of over verbinding. Rensen: “Ik heb ze een webinar laten zien over de kracht van het geven. Over omkijken naar elkaar.” Ze lacht: “Ze vinden mij misschien wel een beetje gek, maar omdat ik die ochtend heb georganiseerd, kom ik ermee weg. Ik heb zelfs het woord mentale vitaliteit gebruikt in een mentorles! Daar willen ze het best over hebben.” Van Koppen vult aan: “Ook dwarse knullen willen nu best praten. Dat is zo bijzonder.”

Studiecentrum

Na het geslaagde seminar bleven de afdelingsleider en docenten praten over wat de leerlingen nodig hebben en wat de school extra kan geven. Van Koppen: “Als schoolleiding kun je regelen dat goede ideeën uitgevoerd kunnen worden. Ik kan zaken faciliteren en zorgen dat iedereen weet wat we gaan doen en waarom we het doen. Zo krijg je het team mee.”

Een ander initiatief was het opzetten van een studiecentrum. Rensen: “Veel leerlingen bereidden zich in het verleden in de universiteitsbibliotheek voor op hun examen. Maar die is gesloten. Daarom hebben we onze mediatheek ingericht als studiecentrum. Daar kunnen ze elke dag terecht. Er zitten vakdocenten en mentoren die ze om hulp kunnen vragen bij het plannen van hun studie of bij de inhoud van de leerstof. Het studiecentrum is geen verplichting. Leerlingen mogen zelf weten of ze komen.”

Praatje

Van Koppen: “We laten zien dat we erop vertrouwen dat zij zelf weten hoe ze goed kunnen werken. En dat kunnen ze ook.” Rensen: “Als je als docent in het studiecentrum zit, heb je een ander contact met leerlingen. Al heb ik ze die dag nog in de les gehad en waren ze daar …eh… iets minder geconcentreerd, in het studiecentrum voelen leerlingen zich vrij om bij je te komen, een praatje te maken, advies te vragen. We moeten ze helpen groeien. Iets wat ze normaal gesproken in het eindexamenjaar zelf doen, met hun leeftijdsgenoten. Nu hebben ze daar hulp bij nodig.”

We moeten ze helpen groeien; iets wat ze normaal gesproken in het eindexamenjaar zelf doen, met hun leeftijdsgenoten

Céline Rensen

Verhalen

Rensen en haar collega’s denken doorlopend na over de vraag hoe ze de leerlingen verder kunnen helpen. De leerlingen zelf laten zich ook niet onbetuigd, zegt Rensen. “Er zijn creatieve ideeën ontstaan. Leerlingen die hun hobby helemaal uitgebouwd hebben, leerlingen die elkaar laten zien dat het helpt als je kijkt naar wat je wél kunt doen. Een leerling die enthousiast vertelt dat hij zich zo veel beter voelt sinds hij ’s ochtends het eerste uur niet op zijn telefoon zit, maar gaat sporten. Hoe halen we die verhalen naar boven? We hebben de leerlingen woorden gegeven om te vertellen wat er met ze gebeurt. Nu willen we iets bedenken waardoor die verhalen breder gedeeld kunnen worden.”

Mooie mensen

Van Koppen: “Deze periode is een les in omgaan met tegenslag. Wíj hebben het over achterstand, maar zíj zijn niet opgehouden zich te ontwikkelen. Dit gaat ook mooie mensen maken.” Rensen: “Corona heeft uitvergroot wat er moeilijk is, maar ook wat er wél is. Dat het mogelijk is met leerlingen gesprekken te voeren over moeilijke dingen. Dat school een belangrijke plek is voor je persoonlijke ontwikkeling en niet alleen voor het leren. Meer dan ooit hebben wij als school gevoeld van betekenis te kunnen zijn.”