Evaluatie Techniekpact 2013-2020: meer meisjes kiezen techniek

21 september 2020

De knelpunten waar het Techniekpact zich vanaf 2013 op heeft gericht, zijn door de brede inzet van partijen op nationaal en regionaal niveau op een aantal punten verbeterd. Wel blijven er aandachtspunten voor de komende jaren. Dat staat in het evaluatieonderzoek van het Techniekpact dat staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd op 18 september 2020, tegelijk met het door het Techniekpact zelf opgestelde advies over de doorontwikkeling.

Uit het onderzoek, uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek en Technopolis Group, blijkt dat het aantal meisjes dat techniek kiest is toegenomen van 30 procent in 2010 tot 40 procent in 2018 (havo) en van 50 tot ruim 60 procent in het vwo. De publiek-private samenwerkingen zijn verbeterd, mede doordat het Jet-Net en TechNet-netwerk uitbreidde naar 2.600 bedrijven en 626 vo-vestigingen.

Maar een groot deel van de knelpunten uit 2013 bestaat nog steeds: zo is de instroom in het voortgezet en beroepsonderwijs wel hoger, maar nog niet op het gewenste niveau en blijft voornamelijk de instroom op het vmbo-niveau achter – vooral omdat het aandeel vrouwen erg laag blijft. De kwaliteit van het techniekonderwijs staat nog steeds onder druk, kampt met lerarentekorten en de druk op infrastructuur en apparatuur loopt verder op door snelle technologische ontwikkelingen. 

In de brief gaat staatssecretaris Keijzer in op enkele moties en eerder gedane toezeggingen. De staatssecretaris geeft aan dat ze begin november 2020 de kabinetsinzet op het Techniekpact wil toesturen. Die brief gaat dan in op de verschillende adviezen. Naar verwachting zal de Tweede Kamer daarna de adviezen bespreken. 

Drie adviezen

Op basis van de evaluatie van interventies en o.a. interviews met betrokkenen formuleert onderzoeksbureau SEO een drietal adviezen. Deze zijn gericht op de onderstaande thema’s.

  1. Het is belangrijk het Techniekpact en het landelijk instrumentarium duidelijk af te bakenen en de veelheid aan initiatieven terug te dringen. Een structuur van experimenteren, opschalen, evalueren en het vergroten van het lerend vermogen is belangrijk. 
  2. Focus op technologie in de maatschappij. Het Techniekpact kan worden doorgezet, maar dient wel aangescherpt te worden. Technologie moet dan minder als doel en meer als middel worden gezien. 
  3. De organisatie moet meer gestroomlijnd worden. Dat kan door het doel van de landelijke regiegroep aan te scherpen, samenwerking tussen ministeries te verbeteren en te verankeren in een coherent en gestroomlijnd (financieel) pakket van maatregelen en aansturing van Techniekpact. De publiek-private samenwerking kan regionaal worden opgeschaald.

De VO-raad heeft op 16 juni 2020 gepubliceerd over het advies van het Techniekpact zelf over de doorontwikkeling.

Het Techniekpact

Het Techniekpact functioneert nu als een netwerk waarbij partijen zich kunnen aansluiten en waarin initiatieven op landelijk en regionaal niveau kunnen worden ontwikkeld. In 2013 zijn concrete afspraken tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid gemaakt voor een periode van zeven jaar. In 2018 zijn die afspraken bijgesteld in de leidraad ‘focus en versnellen’. Het Techniekpact werkt met een Landelijke Regiegroep (LRG), vijf landsdelen met daarnaast operationele ondersteuning vanuit het Platform Talent voor Technologie. De VO-raad maakt vanaf het begin deel uit van de LRG.
Uitgangspunten die belangrijk zijn voor het succes van het Techniekpact in het aantrekkelijk maken van techniekonderwijs en het verbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt betreffen het belang van implementatie binnen regio’s en sectoren, de samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en werknemers en techniekonderwijs over de volle breedte. Het Techniekpact dient landelijke beleidsinterventies te versnellen en uit te breiden.