Kamer: bied als school indien nodig gratis aanvullend onderwijs aan

04 maart 2020

De Tweede Kamer heeft op 3 maart een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht scholen te stimuleren om - waar nodig - zoveel mogelijk gratis aanvullend onderwijs aan te bieden aan hun leerlingen. Het aanbieden van betaald aanvullend onderwijs in de school, in samenwerking met particuliere instituten, zou juist zoveel mogelijk moeten worden ontmoedigd.

De VO-raad heeft zich hier al eerder voor uitgesproken: als aanvullend onderwijs van meerwaarde kan zijn voor leerlingen – bijvoorbeeld om hen een extra duwtje in de rug te geven als het gaat om hun schoolprestaties, motivatie en/of zelfvertrouwen – dient dit voor iedereen toegankelijk te zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat als voor aanvullend onderwijs moet worden betaald, vooral leerlingen van ouders met een hoger inkomen hiervan gebruik (kunnen) maken. 

Scholen moeten dan wel voldoende middelen hebben om kosteloos aanvullend onderwijs te kunnen organiseren binnen de school. Eerder riep de VO-raad het kabinet op om scholen hiervoor meer financiële mogelijkheden te geven.

Reclame

Ook bepleitte de VO-raad eerder dat scholen terughoudend moeten zijn met het promoten van commerciële aanbieders van bijles. Hierover is ook een motie aangenomen: de regering is verzocht om afspraken te maken met scholen met als doel dat er geen reclame wordt gemaakt voor private aanbieders van schaduwonderwijs. Nu is het zo dat een deel van de scholen bijvoorbeeld kraampjes van aanbieders op de open dag hebben staan, of actief het aanbod rondmailen.

Goede voorbeelden

Behoorlijk wat scholen hebben nu ook al kosteloos aanbod voor leerlingen: 31% van de vo-leerlingen maakte in 2018-2019 gebruik van een vorm van aanvullend onderwijs, waarbij 13% van de leerlingen van een onbetaalde vorm. Daarnaast werken steeds meer scholen met een vorm van onderwijs waarin leerlingen zelf kunnen bepalen in welke uren zij in een bepaald vak extra les volgen.

Zie ook enkele voorbeelden van scholen die werken aan het beperken van de noodzaak tot (betaald) aanvullend onderwijs: