Kwantitatieve monitor (2019): hoge deelname professionaliseringsactiviteiten schoolleiders en bestuurders

11 maart 2020

De meeste schoolleiders en bestuurders volgden in 2019 een of meerdere professionaliseringsactiviteiten. Daardoor kunnen ze hun functie beter uitoefenen. Wel maken ze nog te weinig afspraken over hun prestaties, te behalen doelen en loopbaanontwikkeling. Dat is een aantal belangrijke uitkomsten van het monitoronderzoek dat het Kohnstamm Instituut eind 2019 uitvoerde, in opdracht van de VO-academie en SRVO.

De monitor is de vierde sinds 2014 en geeft de basis voor toekomstige professionaliseringsbeleid en -activiteiten. Leonie Schouten, hoofd VO-academie, is blij met de resultaten, maar ziet ook ruimte voor verbetering. “De cijfers geven een positief beeld van de professionalisering, ook al zijn sommige cijfers iets lager dan in voorgaande jaren. Dat betekent enerzijds dat er veel gebeurt, anderzijds dat we door moeten blijven gaan met onze activiteiten om bestuurders en schoolleiders te stimuleren zich te professionaliseren.”

Ook Leezan van Wijk, directeur SRVO, ziet de uitkomsten positief. “Het zijn mooie cijfers, professionalisering wordt steeds minder vrijblijvend. Er is veel aandacht voor leiderschap en voor reflectie. Op dit moment zijn we bezig met de herijking van het beroepsprofiel. We sluiten meer aan bij de praktijk van de schoolleider, van teamleider tot rector. En we schetsen concrete leiderschapspraktijken en persoonlijke bronnen die je nodig hebt als leidinggevende.” 


De belangrijkste uitkomsten

Bijna 600 schoolleiders en bestuurders deden mee met deze editie van de monitor. Ze werden onder andere gevraagd naar hun professionaliseringsactiviteiten, de afspraken die ze maken met leidinggevenden, het effect van de activiteiten en hun behoeften en wensen. De belangrijkste uitkomsten op een rijtje.

1. Hoge deelname aan professionaliseringsactiviteiten - Ongeveer 80% van de schoolleiders en 95% van de bestuurders volgden in 2019 een of meerdere activiteiten. De gevolgde activiteiten zijn een mix van formeel (cursussen, leergangen) en informeel (coaching, intervisie, collegiale visitaties) leren. Het doel is vaak inzicht krijgen in je eigen functioneren en persoonlijk leiderschap.

2. Beginnende schoolleiders krijgen vaker een inwerkprogramma - In het sectorakkoord wordt expliciet aandacht gevraagd voor de oriëntatie- en inwerkfase van startende schoolleiders en bestuurders. Uit de monitor blijkt dat schoolleiders en bestuurders die in de afgelopen twee jaar zijn begonnen in functie vaker een inwerkprogramma krijgen ten opzichte van eerdere cohorten.

3. Formele gesprekken belangrijk, aandachtspunt zijn de afspraken - Schoolleiders en bestuurders hebben minimaal een keer per jaar een formeel gesprek met hun leidinggevenden. Vaak worden er geen afspraken gemaakt over prestaties of te behalen doelen. Of dit gebeurt ad hoc. Daarnaast maakt ongeveer de helft geen afspraken over hun loopbaanontwikkeling.

4. Effect van de activiteiten is voelbaar - Schoolleiders en bestuurders vinden dat ze door de professionaliseringsactiviteiten hun functie beter kunnen uitoefenen. Beide groepen zien ook effect op de ontwikkelingen binnen hun organisatie. Zowel bestuurders als schoolleiders geven aan hun kennis zoveel mogelijk binnen hun organisatie te delen.

5. Aanbod professionaliseringactiviteiten sluit grotendeels aan bij behoeftes - Meer dan 80% van de schoolleiders en 86% van de bestuurders vinden dat het huidige landelijke aanbod van opleidingen en trainingen aansluit bij hun behoeftes. Als er iets wordt gemist is dat bij beide groepen: inrichten van (toekomstig) onderwijs en leiding geven aan verandering.


Relatie activiteiten en schoolontwikkeling

De VO-academie heeft de resultaten voorgelegd aan de gebruikersraad, bestaande uit schoolleiders en bestuurders. Schouten: “Hen viel op dat het lijkt te ontbreken aan de relatie professionaliseringsactiviteiten en schoolontwikkeling. Leidinggevenden voelen weinig belemmeringen om een cursus, leergang of iets anders te volgen voor hun persoonlijke ontwikkeling. De vraag is in hoeverre nagedacht wordt hoe dit bijdraagt aan schoolbeleid- en ontwikkeling. Er zou meer een link moeten worden gelegd met Strategisch HRM. Leidinggevenden op alle niveaus zouden moeten worden aangesproken op hun werkgeversrol in deze.”

Daarnaast vond de gebruikersraad opvallend op welke thema’s schoolleiders zich scholen. “Het gaat dan vooral om de praktische aspecten van het vak. Het blijft blijkbaar spannend om aan de slag te gaan met zaken die ze minder tot hun functie rekenen. Wat ik zelf erg mooi vind is dat meer beginnende schoolleiders een inwerkprogramma krijgen. We zijn er zeker nog niet, gelukkig is de trend positief.”