Alle onderwerpen

Onderwerp

Overgang po-vo

Momenteel is er veel aandacht voor de vraag hoe we de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs voor leerlingen verder kunnen versterken; hoe zorgen we ervoor dat leerlingen aan het eind van groep 8 soepel kunnen doorstromen naar een passende plek in het vo? Voor scholen is ondersteuning beschikbaar op dit vlak. In dit kader is per schooljaar 2023/2024 ook de nieuwe wet Doorstroomtoets ingevoerd.

Wat speelt er?

Algemeen

Binnen de politiek en sector is er – ook in het kader van een bredere discussie over ons onderwijsstelsel en kansengelijkheid – veel aandacht voor de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Er is vooral discussie over de vraag of het vroege selecteren van leerlingen naar een van de niveaus in het vo eraan bijdraagt dat alle leerlingen op de meest passende plek terechtkomen. Daarnaast geldt er per schooljaar 2023/2024 nieuwe wetgeving met betrekking tot de doorstroomtoets (voorheen: eindtoets), het schooladvies, en het aanmelden in het vo.  

Nieuwe wetgeving rond schooladvies, doorstroomtoets en aanmelding in vo

Scholen zijn momenteel druk bezig met het maken van procesafspraken over de overgang van po naar vo in verband met de nieuwe wetgeving rondom de doorstroomtoets. 

Vanaf het huidige schooljaar 2023-2024 verandert er een aantal zaken. 

  • De naam ‘eindtoets’ wordt vervangen door ‘doorstroomtoets’. Voor deze naamswijziging is gekozen om te benadrukken dat scholen op meerdere momenten kijken hoe leerlingen ervoor staan. 

  • Er komt een landelijk centraal aanmeldmoment voor groep 8-leerlingen die naar het vo gaan: tussen 25 maart en 31 maart.  

  • Om dit nieuwe aanmeldmoment mogelijk te maken, schuift de afnameperiode van de doorstroomtoets op naar de eerste helft van februari en zit er minder tijd tussen het geven van het schooladvies en het afnemen van de toets. Dit laatste moet ook toetstraining tegengaan.  

  • Leerlingen melden zich bij het vo aan met hun definitieve schooladvies, dus nádat er eventuele bijstellingen van het schooladvies hebben plaatsgevonden. Hiermee moet ondervangen worden dat leerlingen die een bijstelling krijgen, geen plek meer kunnen vinden op hun niveau/school van voorkeur. Bijkomend voordeel hierbij is ook dat vo-scholen dan niet meer laat in het jaar te maken krijgen met wijzigingen van leerlingenaantallen. 
     

De stappen zien er dan als volgt uit:  

  • Po-scholen melden zich tussen 1 oktober en 15 november aan voor een doorstroomtoets. 

  • Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies van de basisschool. 

  • Leerlingen maken in de eerste 2 weken van februari de doorstroomtoets. Voor schooljaar 2023-2024 is besloten de afnameperiode te verruimen met een extra week aan de voorkant. 

  • Uiterlijk 15 maart ontvangen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets. 

  • Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van hun school het definitieve schooladvies. 

  • Tussen 25 maart en 31 maart melden alle leerlingen zich, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school (* Voor leerlingen uit het primair onderwijs (po), het speciaal onderwijs (so) en het speciaal basisonderwijs (sbo) die de overstap maken naar het vso, geldt de centrale aanmeldweek niet.) 
     

Tijdens de behandeling van de wet in de Tweede Kamer is een amendement aangenomen dat regelt dat bij een hogere eindtoetsscore het schooladvies in beginsel steeds naar boven wordt bijgesteld. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het bevoegd gezag het schooladvies bijstelt naar het niveau dat uit de doorstroomtoets blijkt. Wanneer er meer dan één schoolniveau verschil bestaat tussen het schooladvies en de uitslag van de doorstroomtoets, kan het bevoegd gezag het schooladvies ook naar een tussengelegen niveau bijstellen. Ook kan het bevoegd gezag – onderbouwd - besluiten om het advies, ondanks de hogere toetsscore, niet bij te stellen.  

Meer informatie en veelgestelde vragen zijn te vinden op de website van het ministerie van OCW. Zie verder ook de website 'Van po naar vo' van de sectorraden

Discussie over uitstel selectiemoment

De Inspectie van het Onderwijs wijst in De Staat van het Onderwijs vaak op een aantal pijnpunten in ons stelsel: zo komen de talenten van leerlingen nu vaak niet volledig tot wasdom en is er nog steeds sprake van kansenongelijkheid in het onderwijs. Eerder vroeg een brede coalitie van onderwijsorganisaties hier in het kader van ‘De Toekomst van ons Onderwijs’ al aandacht voor; dit was het vertrekpunt voor een brede discussie over benodigde aanpassingen.  

Een veelgehoorde oplossingsrichting is om – naast het makkelijker maken van doorstroom binnen het vo – het selectiemoment uit te stellen. Dus niet leerlingen op 12-jarige leeftijd al indelen in een van de niveaus in het vo, zodat leerlingen langer de kans hebben om hun capaciteiten te ontwikkelen en te ontdekken wat bij hen past. Dit zou met name gunstig uitpakken voor leerlingen uit de lagere sociaaleconomische klasse, die relatief vaker te maken krijgen met onderschatting bij het schooladvies en vaker wat meer tijd nodig hebben om ‘tot bloei te komen’. 

Voorstel in het eerdergenoemde visiestuk van ‘De Toekomst van ons Onderwijs’ is om leerlingen in het vo langer bij elkaar te houden en pas op ongeveer 15-jarige leeftijd een keuze te laten maken voor vervolgstappen (richting een beroepsgerichte of academische stroom). Het onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 12-18 jaar zou dan modulair worden aangeboden en leerlingen kunnen vakken en leergebieden op verschillende niveaus volgen. In april 2021  kwam de Onderwijsraad met een advies dat hierbij aansluit: stel de selectie van leerlingen uit tot na de eerste drie leerjaren van het vo. De Onderwijsraad wil het huidige schooladvies en de eindtoets in groep 8 laten vervallen. Ook moeten leerlingen in het vo een flexibel programma krijgen, dat aansluit bij wat ze kunnen en past bij hun ontwikkeling.  

Sectorrapportage VO: data over overgang po-vo

In de Sectorrapportage VO 2022 zijn data te vinden over de overgang po-vo, met name rond de ambitie om alle leerlingen op een passende plek in het vo terecht te laten komen. Zo staan er gegevens over het aantal gegeven meervoudige adviezen en heterogene brugklassen, en over de positie van leerlingen in het derde leerjaar vo ten opzichte van het schooladvies. Ook wordt het selectiemoment in Nederland vergeleken met dat in andere Europese landen.