Wat speelt er?
Deze afname van in totaal 130.000 vo-leerlingen kan grote gevolgen hebben. Het schoolbudget is afhankelijk van het aantal leerlingen. Als dit aantal daalt, neemt het budget af. Het kan daardoor lastiger worden om kwalitatief goed onderwijs aan te blijven bieden. Ook kan dit leiden tot verschraling van het onderwijsaanbod of het verdwijnen van schoolsoorten of scholen uit sommige regio’s, waardoor voor leerlingen (te) grote reisafstanden ontstaan. Verder kan de daling van het aantal leerlingen gevolgen hebben voor de huisvesting en het personeel van scholen.
Regionale samenwerking
Besturen dienen vroegtijdig op deze mogelijke gevolgen te anticiperen en oplossingen te vinden. Scholen zijn minder kwetsbaar als zij met andere (onderwijs)partijen in de regio samenwerken om kwalitatief goed onderwijs en een breed aanbod beschikbaar te houden.
De VO-raad benadrukt het belang van regionale samenwerking. In de 'Code goed onderwijsbestuur VO' is hierover het volgende opgenomen: “Besturen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een regionaal dekkend, kwalitatief hoogstaand en zo divers mogelijk onderwijsaanbod. Vanuit die verantwoordelijkheid pakken zij regionale vraagstukken gezamenlijk op.”
Prognose leerlingen vo per RMC-regio, 2031 versus 2016
Bron: Voortgangsrapportage leerlingendaling funderend onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (12 juni 2018)