Dijkgraaf: ho-instellingen aan zet om kansengelijkheid bij selectie van studenten te vergroten

15 februari 2024

Hogescholen en universiteiten zijn aan zet om de kansenongelijkheid die decentrale selectie van studenten met zich mee kan brengen, zoveel mogelijk terug te dringen. Dit schrijft minister Dijkgraaf op 15 februari in een brief aan de Tweede Kamer. Het is positief te zien dat zij hier in de praktijk ook mee aan de slag willen gaan, hierbij gebruikmakend van de beschikbare kennis op dit vlak, aldus de minister.

De brief van Dijkgraaf is een uitwerking van de ‘Toekomstverkenning naar het stelsel van vervolgonderwijs en wetenschap’. Ook reageert de minister op een rapport van de Onderwijsinspectie, waarin werd geconcludeerd dat bij decentrale selectie onbedoelde effecten kunnen optreden, zoals kansenongelijkheid. Bepaalde groepen studenten - zoals eerste generatiestudenten of studenten met een migratieachtergrond - maken dan mogelijk minder kans op een plek bij een opleiding die een maximumcapaciteit heeft, met als gevolg ook een minder diverse studentenpopulatie. 

Minister Dijkgraaf wil deze kansenongelijkheid bij de selectie van studenten zoveel mogelijk terugdringen. ‘Het kan niet zo zijn dat je wel dezelfde kwalificaties hebt, maar toch meer of minder kans maakt op een plek door factoren als het wel of niet kunnen volgen van extra – betaalde - trainingen of de mate waarin je beschikt over sociaal en cultuur kapitaal’, zo schrijft hij in zijn brief. 

De minister geeft aan dat er de afgelopen periode veel meer kennis beschikbaar is gekomen over de neveneffecten van bepaalde selectiecriteria en selectie-instrumenten - en ook hoe opleidingen daar rekening mee kunnen houden. Dijkgraaf juicht het toe dat hogescholen en universiteiten met die kennis kritischer naar hun selectieprocedures gaan kijken, deze beter onderbouwen, onderling kennis uitwisselen en elkaar feedback geven.

Instellingen hebben sinds 1 september 2023 ook de mogelijkheid om te kiezen voor loting, al dan niet in combinatie met kwalitatieve selectiecriteria. De minister is positief over het feit dat steeds meer opleidingen loting als selectie-instrument gebruiken, omdat dit de kansengelijkheid bij selectie kan vergroten.

Tenslotte hamert de minister op het belang van investeren in goede voorlichting en transparantie over de selectieprocedures die worden gehanteerd. Dit kan volgens hem de drempels voor studenten om mee te (durven) doen aan deze procedures, minder hoog helpen maken.

Kritisch kijken naar noodzaak selectie

De VO-raad onderschrijft het belang  van kansengelijkheid bij de selectie van studenten en de boodschap van minister Dijkgraaf in deze. We willen hier nog de oproep richting ho-instellingen aan toevoegen om zo kritisch als mogelijk te zijn als het gaat om het invoeren van een vorm van selectie voor bepaalde opleidingen. Selectie is logischerwijs nodig als er onvoldoende plaatsen zijn bij een studie, maar in principe zou het diploma voldoende moeten zijn om toegelaten te worden tot een studie in het ho. De selectieprocedure vraagt ook veel tijd en inzet van leerlingen tijdens hun examenjaar. Ook in dat licht is het goed om zo terughoudend als mogelijk te zijn in het gebruiken van selectie-methodes.