Onderwijsakkoord: structurele investering in vermindering werkdruk in voortgezet onderwijs
22 april 2022
Henk Hagoort, voorzitter van de VO-raad: ‘Dit is een belangrijk akkoord, waar wij zeker tevreden over zijn, met name omdat het om structurele investeringen gaat. Maar geld lost niet alles op. Daarom ben ik ook blij dat we met elkaar een werkagenda hebben gemaakt, die leidend is bij de gesprekken die volgen op dit akkoord. In die agenda komt een aantal belangrijke speerpunten van het voortgezet onderwijs nadrukkelijk aan bod, zoals de inzet om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken door het realiseren van ontwikkeltijd voor docenten, het verder uitbouwen van het samen opleiden van leraren en het versterken van de positie van schoolleiders in het voortgezet onderwijs.’
300 miljoen structureel voor werkdrukverlichting
In het akkoord is afgesproken dat er jaarlijks 300 miljoen euro extra wordt geïnvesteerd voor het verlagen van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Het geld komt beschikbaar voor de scholen nadat sociale partners een cao-afspraak hebben gemaakt over de kaders van de besteding. De gedachte hierbij is om aan te sluiten bij de werkdruksystematiek in het primair onderwijs, waarbij leraren, ondersteunend personeel en schoolleiders samen tot een goede en toegesneden besteding komen.
Extra middelen voor professionalisering leraren
Voor de professionele ontwikkeling van leraren komt er structureel extra 53 miljoen euro per jaar vrij in het voortgezet onderwijs. Deze middelen bieden mogelijkheden voor extra professionalisering in het kader van het verbeteren van de basisvaardigheden en het implementeren van het herziene curriculum. Sociale partners gaan cao-afspraken maken over de wijze waarop de middelen besteed kunnen worden.
…en voor schoolleiders
Op basis van het akkoord wordt ook 10 miljoen euro per jaar geïnvesteerd in de professionele ontwikkeling van schoolleiders. De VO-raad wil de financiële ruimte die met deze afspraak is gecreëerd, benutten voor de invoering van een schoolleidersbeurs. De arbeidsmarktpositie van schoolleiders staat onder druk. In de werkagenda is tevens afgesproken landelijk onderzoek te doen naar het schoolleiderstekort en de arbeidsmarktpositie van schoolleiders in het vo. Om vervolgens te kunnen vaststellen of en zo ja, welke acties nodig zijn om gesignaleerde problematiek aan te pakken.
Arbeidsmarkttoelagen voor scholen met de grootste achterstandsvraagstukken
Het vorige kabinet heeft voor de schooljaren 2022/23 en 2023/24 extra geld beschikbaar gesteld voor arbeidsmarkttoelagen op de 15 procent van de scholen met de grootste achterstandsvraagstukken. Doel hiervan is om de arbeidsmarktpositie van deze scholen te verbeteren, zodat ze beter in staat zijn om medewerkers te behouden en aan te trekken. Het huidige kabinet heeft besloten deze arbeidsmarkttoelage te continueren door de middelen structureel te maken. Het gaat om een structureel bedrag van 79 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs.
De VO-raad was vorig jaar kritisch op deze maatregel. Niet op het doel – verbeteren van de arbeidsmarktpositie van achterstandsscholen – maar vooral op het instrument arbeidsmarkttoelage en de wijze waarop deze wordt toegepast. In het akkoord is daarom afgesproken om op basis van de monitor die volgend jaar wordt uitgevoerd, te bepalen of de criteria voor de toelagen aanpassing behoeven om het doel te realiseren. Hierbij wordt ook gekeken naar de vraag of loonsuppletie het best werkende instrument is om de arbeidsvoorwaarden en/of arbeidsomstandigheden op deze scholen te verbeteren.
De afspraken uit dit akkoord zijn op hoofdlijnen gemaakt en worden nader uitgewerkt aan de cao-tafel. De uitkomsten van die gesprekken tussen bonden en VO-raad leiden tot cao-afspraken die, zoals gebruikelijk, aan de leden ter goedkeuring worden voorgelegd.