Christelijk Lyceum Delft over schoolexaminering: ‘We kiezen een basisstructuur en groeien toe naar de vorm die bij ons past’

10 maart 2021

Het Christelijk Lyceum Delft koos voor een eigen inrichting van de examencommissie. De checklist met taken die de VO-raad voor deze commissie heeft opgesteld, is opgeknipt en verdeeld over vier experts. Die opdeling hanteert de school ook per afdeling. Met deze stap krijgt de vernieuwing van de examenorganisatie steeds meer vorm.

Het Christelijk Lyceum Delft (CLD, mavo/havo/vwo, 2150 leerlingen) is nog bezig om de taakverdeling binnen de examencommissie in detail uit te werken, maar de grote lijnen zijn er. De mavo, havo en het vwo hebben sinds dit schooljaar elk een examencommissie die over de eigen afdeling gaat. Hierin zitten twee docenten, een teamleider en een secretariële ondersteuner. Samen vormen deze drie commissies de centrale examencommissie.

De directie, die verantwoordelijk is voor het examenbeleid, geeft mandaat aan de centrale examencommissie om voor het examenbeleid een schoolbrede visie op te stellen. De centrale examencommissie is verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de schoolexamens en centrale examens per afdeling en stemt af met de afdelingscommissies.

Toewerken naar nieuw examenreglement

Per afdeling stimuleert de toetsexpert de kwaliteitsverbetering van toetsen van het SE. De pta-expert zorgt per afdeling voor de vormgeving en naleving van regelgeving van de schoolexamens en is mede-organisator van het CE. De examensecretaris, tevens teamleider, heeft binnen de examencommissie een aansturende rol. Als rechterhand van de directeur denkt hij mee over de ontwikkeling van het examenbeleid en is hij verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de examens. Tot slot regelt de secretariële ondersteuner per afdeling de administratieve verwerking.

“We maken samen met de examencommissie nog meer specifieke taakomschrijvingen”, vertelt Eelke Smulders, teamleider en examensecretaris. “Uiteindelijk komen we tot voorstellen voor een nieuw examenreglement en bouwen we aan onze visievorming en kwaliteitsborging. We gaan jaarlijks evalueren en de secties adviseren en helpen bij de praktische uitvoering van examens.” 

Snel naar concrete plannen 

Wanneer er een concrete taak moet worden uitgevoerd, worden de betreffende specialisten uit de afdelingscommissies bij elkaar gezet. Zo bekeken de pta-experts samen de examenreglementen en pta’s van alle drie de afdelingen. Zij ontdekten de verschillen en bespraken waarom voor die aanpak was gekozen. “De vraag was vervolgens: wat zouden we willen standaardiseren en op welke punten vinden we verschillende benaderingen belangrijk?” 

Roy Nederpelt, docent en toetsexpert: “Het werkt goed om als specialisten samen te werken. Als wij als toetsexperts bij elkaar gaan zitten, hebben we heel snel een beeld van wat er binnen de afdelingen gebeurt en komen we snel tot concrete plannen.” Hij werkt nu met de twee andere toetsexperts aan de toetsvisie, die voortvloeit uit de onderwijsvisie. “We willen samen naar kwaliteitsnormen toewerken. Sluiten de toetsen goed aan op de eindtermen en is dit voor leerlingen duidelijk terug te zien in het pta? En past de toets bij wat wij met ons onderwijs willen bereiken? We willen bijvoorbeeld aandacht voor competenties en vaardigheden, want die zijn belangrijk in ons onderwijs. Verder streven we, heel praktisch, ook naar een heldere vormgeving van de toetsen.” 

In gesprek over kwaliteit toetsen

Met de kwaliteitsnormen in de hand kunnen de toetsexperts in gesprek met collega’s over de kwaliteit van toetsen. Aan het eind van dit schooljaar gaat de school evalueren of het werken met afdelingscommissies en subgroepjes van specialisten werkt en wat er nog verbeterd moet worden. 

Smulders: “Wij denken dat wanneer leraren met elkaar het gesprek aangaan over wat ze met het schoolexamen willen, er meer lijn komt in de toetsen en leraren ook van elkaar kunnen leren.” Verschillen mogen er natuurlijk zijn. Neem de mavo, die in een apart gebouw huist. Smulders: “Je ziet, ook in de aanpak van toetsen, verschillen tussen de twee locaties. Dat is prima, want een mavoleerling heeft een andere benadering nodig dan een vwo-leerling. Het gaat ons erom dat er bewust wordt gekozen voor zulke verschillen. De gezamenlijke examencommissie moet ervoor zorgen dat die verschillen blijven passen binnen onze toets- en onderwijsvisie.” 

Meer betrokkenheid 

Het CLD wil zoveel mogelijk leraren nauwer betrekken bij de schoolexaminering. Aangezien er veel betrekkelijk nieuwe leraren in huis zijn, vindt de school dit een goed moment om de organisatie van de examens te vernieuwen. Smulders: “En we gaan niet zeggen: zo doen we het. We willen zoveel mogelijk docenten bij dit proces betrekken. Natuurlijk zijn er al veel leraren betrokken bij de examens, maar de kennis over de procedures van het schoolexamen en centraal examen zat voornamelijk in de hoofden van een paar poppetjes. De rest van de school wist vaag hoe het werkte. Als iedereen voelt dat dit ook zíjn examen is, wordt het een ding van de hele school en gaat de kwaliteit omhoog.” 

Op elke afdeling is de teamleider ook examensecretaris. Smulders: “Die van de mavo en het vwo zijn nog relatief nieuw in deze functie. Vanuit de havo was ik bijna de enige die wist hoe de examenprocessen op schoolniveau werkten. Er was nauwelijks iets opgeschreven, echt een linke situatie. Ik ben tijdens het laatste centraal examen een paar keer voorzichtiger naar school gefietst. Ik dacht: als ik nu van mijn fiets val, weet bij wijze van spreken niemand waar de kluis met examens staat.” Het College van Bestuur besloot het risico te spreiden door meer collega’s bij de schoolexaminering te betrekken. De kennis moest ook overdraagbaar worden, zodat wanneer iemand wegvalt, de rest zou weten wat er moet gebeuren. Namens het CvB vroeg de adjunct-directeur Smulders om hier een plan voor te schrijven. 

Toetsvisie 

Als een toetsexpert zich afvraagt waarom een toets een bepaalde vorm heeft gekregen, zal hij daarover het gesprek aangaan. Nederpelt maakt met zijn collega-toetsexperts vragenlijsten die worden gebruikt bij de gesprekken over de kwaliteit van de SE-toetsen. De resultaten van die gesprekken worden gebruikt om de toetsvisie verder vorm te geven.

Smulders noemt het huidige afsluitend karakter van de schoolexamens ‘zwak’. “Er zijn erg veel onderdelen. We werken eraan; het is nu niet langer zo dat allerlei kleine onderdeeltjes samen een SE vormen. Maar als een leerling wil overstappen van 5 vwo naar 5 havo, moeten er nog steeds allerlei pta’s worden omgebouwd. Dat willen we veranderen.”

Samen tot een aanpak komen

Het is best ingewikkeld om te komen tot goede taakomschrijvingen, vindt Smulders. “We wilden veel collega’s betrekken, maar ook zeker geen Poolse landdag. Ons idee was: laten we deze basisstructuur kiezen, maar er duidelijk bij zeggen dat die niet in beton is gegoten. Dan kijken we gaandeweg wat er bij past.” Gelukkig waren er meer dan genoeg mensen die zin hadden in deze uitdaging; collega’s moesten solliciteren naar een plek in de examencommissie. Smulders tipt: “Je moet van alles uitzoeken, maar wees daar niet bang voor. Je gaat met elkaar in discussie over de aanpak en dan kom je een heel eind.” Nederpelt: “Het is ook een boeiende taak. Zelf vind ik bijvoorbeeld de thematiek rond toetsen interessant en wil daar graag mee aan de slag.” 

Blijven leren 

Er wordt gebouwd aan de eigen expertise. Zo volgt de centrale examencommissie momenteel een cursus van Cito over de kwaliteit van toetsen.  Het is de bedoeling dat de leden die kennis doorgeven aan de collega’s binnen de school. Nederpelt: “We hebben net de eerste training gehad en ik zie nu al handvatten die we kunnen gebruiken.” 

De school vindt collegiale consultatie verrijkend. Smulders verzorgde samen met Nederpelt een presentatie voor de VO-raad over hoe hun school de examencommissie heeft ingericht. “Dat soort dingen doen we ook om contact te leggen met andere scholen. We kunnen van elkaar leren.” Om diezelfde reden wil het Christelijk Lyceum Delft een netwerk opzetten van Delftse vo-scholen. Smulders: “Er zijn hier drie grote scholen, maar de kinderen op het sportveld kennen elkaar beter dan de leraren van die scholen.” De uitbraak van corona leidde al tot overleg op directie-niveau. Smulders hoopt dat er in de toekomst ook op middenkader- en docentenniveau een inspirerende uitwisseling kan ontstaan, gericht op schoolexaminering. 

Zoektocht

Er is een vraag die de examencommissie momenteel bezighoudt. Smulders: “We lopen er tegen aan dat we met visievorming bezig zijn, terwijl we ondertussen de vinger aan de pols willen houden bij lopende examens. Wat is de meest passende rol voor de examencommissie: visievorming of de uitvoering van het examenreglement? Daar zijn we nog niet uit.” Terwijl de school werkt aan de aanpassing van het examenreglement, werkt zij ondertussen natuurlijk wel gewoon met het bestaande examenreglement.

Nederpelt: “Wij zijn een school in een relatief kleine stichting en daarom kunnen we oplossingen bedenken die specifiek passen bij onze situatie. Voor de examencommissie kunnen we echt bottom-up te werk gaan.” Smulders vult aan: “Wij hebben niet de waarheid in pacht. Je kunt ook op een enthousiaste manier iets nog niet helemaal definitief hebben. Dat is misschien wel het fijne aan ons verhaal voor andere scholen: het hoeft niet meteen perfect te zijn. Je kan ook gewoon groeien.” 

Al is de nieuwe werkwijze nog pril, de docenten weten de examencommissie in elk geval al te vinden. Regelmatig leggen collega’s aan deze commissie vragen voor. “In dit bijzondere coronajaar zijn we in ieder geval al heel blij met de extra handen van de examencommissie. Er staat een uitgebreid centraal examen voor de deur en we kunnen elkaar helpen en scherp houden bij de uitvoering.”