Pilotscholen recht op maatwerk in gesprek met het ministerie van OCW en de Onderwijsinspectie

11 juli 2018

Op 5 juni 2018 zijn deelnemende scholen aan de pilot Recht op maatwerk in gesprek gegaan met het ministerie van OCW en de Onderwijsinspectie, om samen te verkennen wat het bieden van meer maatwerk vraagt van wet- en regelgeving en toezicht.

Op de pilotscholen wordt maatwerk in toenemende mate aangeboden. Leerlingen volgen vakken op verschillende niveaus, gaan versneld door hun onderwijsprogramma heen of maken in hun rooster tijd vrij voor een stage of om alvast vakken te volgen op hun vervolgopleiding. Waar maatwerk voor steeds grotere groepen leerlingen wordt aangeboden, wringt de regelgeving en het toezicht steeds meer. Tijd om dit te delen met de betrokken instanties: het ministerie van OCW en de Inspectie van het onderwijs.

Met deze middag komt de VO-raad tegemoet aan één van de doelen van de pilot Recht op maatwerk: inzicht krijgen in hoe het recht op maatwerk verankerd kan worden in de wet- en regelgeving. De pilot brengt onbedoelde en onverwachte effecten van wet- en regelgeving aan het licht. Waar knelt het stelsel wanneer er op grote schaal maatwerk geboden wordt aan leerlingen? Het ministerie van OCW haalde deze informatie op door in gesprek te gaan met de scholen. De opgedane inzichten worden meegenomen in de brede discussie over het stelsel en de examinering. Benieuwd naar de gestelde vragen en antwoorden? Lees ze hieronder.
 

Gestelde vragen en antwoorden aan OCW

Wat zijn de regels over uitbesteding van leerlingen op andere scholen, op een ander of op het eigen niveau?

Leerlingen kunnen een of meerdere vakken op een andere school volgen, zolang dit op hetzelfde niveau is als waarvoor zij op de eigen school staan ingeschreven. Extraneus examen doen: de leerling doet schoolexamen en centraal examen onder de verantwoordelijkheid van de andere school. De leerling volgt dan ook het PTA van de andere school. De bekostiging regelen de scholen onderling.


Vakken volgen op een andere school op een hoger of (extra vakken volgen op een) lager niveau dan de eigen opleiding kan niet (althans, het komt niet op het diploma of cijferlijst te staan). De regel is: als de school een bepaalde opleiding niet aanbiedt (bijvoorbeeld vwo) mag de school het vak ook niet aanbieden, want: concurrentiebeding. Je hebt als schoolvestiging een licentie: als je vmbo aanbiedt, mag je niet ook havo aanbieden, al is het maar voor één leerling. Deze maatregel is opgenomen in de langlopende verkenning van OCW.


Vakken op een hoger niveau mogen wel op een andere nevenvestiging binnen dezelfde school worden aangeboden. Dat wil zeggen dat zij hetzelfde BRIN-nummer delen, maar een ander subnummer hebben (bijvoorbeeld 02EK00 en 02EK01).


Extra vakken volgen op een andere school op een ander niveau kan wel, maar het eindcijfer komt dan niet op de cijferlijst te staan. Het extra vak kan wel opgenomen worden op het plusdocument. Na afronding van de eigen opleiding kan staatsexamen worden gedaan in een vak op een hoger niveau, maar dan nog komt het cijfer niet op de cijferlijst van de dagschool.


Plaatsingsadvies po-vo wijzigen naar vakspecifiek
Het basisschooladvies is leidend. Voor scholen die al begonnen zijn met maatwerk kan dat een lastig punt zijn. Scholen moeten eersteklassers op niveau indelen. Maar waar plaats je een leerling die voor wiskunde op vmbo-niveau zit en voor talen op havo-niveau? Een aanwezige school gaf de suggestie om het basisschooladvies op niveau te vervangen door vakspecifieke adviezen.  

OCW vindt dit, met het oog op de doorlopende leerlijn, een interessante gedachte en neemt dit mee.  


Hoe werkt de aansluiting op het vervolgonderwijs?
De lastigheid met het maatwerkdiploma zit vooral in de aansluiting met het vervolgonderwijs. Vanaf het schooljaar 2020/2021 start een experiment m.b.t. toelating tot het vervolgonderwijs voor leerlingen die niet alle vakken op het gevraagde niveau hebben gevolgd/afgerond.

De VO-raad zal te zijner tijd de scholen op de hoogte stellen over aanmelding en deelname.


Wat als een leerling gebruik wil maken van de terugvaloptie met het SE dat ook op het hogere niveau is afgelegd? Cijfer van hoger niveau omrekenen naar het lager niveau?
Het uitgangspunt is dat het schoolexamencijfer blijft staan. Wanneer blijkt dat er een grote discrepantie is tussen het schoolexamenprogramma op het hogere niveau en het geëigende niveau, is het aan de school om vóóraf te bepalen hoe zij deze discrepantie willen wegwerken. Dit dient de school in het PTA aan te geven. Bij voorkeur worden eventuele discrepanties afgedekt voordat het centrale examen in het eerste tijdvak plaatsvindt, zodat de school in staat is ook op het eigen niveau een schoolexamencijfer te genereren door de diverse onderdelen opnieuw te beoordelen volgens het PTA op het eigen niveau. Alleen dan kan het cijfer van het schoolexamen na het eerste tijdvak in het kader van de terugvaloptie worden veranderd. Dit vereist wel dat de inspectie toestemming verleent. Het is in alle gevallen niet de bedoeling dat het schoolexamencijfer op het hogere niveau zonder meer wordt omgerekend naar het geëigende niveau.


Wat als de inhoudelijk lesstof sterk van elkaar verschilt op verschillende niveaus?
Hier dienen scholen bij de terugvaloptie rekening mee te houden. Leerlingen met vakken op een hoger niveau moeten goed gevolgd worden. En bij te lage cijfers voor het SE op een hoger niveau kan de school alvast in gesprek gaan met ouders en leerlingen om misschien toch het vak op het oorspronkelijke niveau te laten examineren.


Hoe krijgen we al het maatwerk zichtbaar op het diploma?
Vanaf dit jaar krijgen leerlingen die vakken op een hoger niveau hebben afgesloten een diploma met de vermelding 'vakken op een hoger niveau'. Leerlingen kunnen niet formeel worden uitbesteed voor een vak op een hoger niveau. Dit betekent dat als een leerling naast het reguliere aanbod een vak op een andere school volgt, dit vak niet op het diploma of de cijferlijst komt te staan (vanwege het concurrentiebeding). Dat maakt het bieden van dit type maatwerk voor scholen die niet alle niveaus in huis hebben, heel lastig. De deelnemers geven daarnaast aan dat het ook goed zou zijn als het versneld afronden van een vak zichtbaar is op het diploma. Een extra regulier vak komt wel op de cijferlijst, maar extra onderdelen waarvoor de school zelf geen licentie heeft en die op een andere school zijn gevolgd, komen niet op de cijferlijst. De oplossing nu is dit op het plusdocument te vermelden.


Veelgehoorde wens: laat leerlingen deelcertificaten halen, zoals het VAVO nu mag
Leerlingen die zakken moeten het hele jaar overdoen als ze op de eigen school blijven. De wens van de aanwezige scholen is om mogelijk te maken dat leerlingen alleen de vakken overdoen waar ze voor zijn gezakt. Het zou goed zijn dat leerlingen kunnen kiezen of ze dit via de VAVO willen doen, of dat ze op de eigen school blijven. Het zou heel stimulerend werken als de leerling alleen de overgebleven vakken hoeft te volgen en niet een volledig programma.

OCW geeft aan dat deze wens goed bekend is, maar dat het erg gecompliceerd is omdat deze groep 30% van de VAVO-instroom behelst. Momenteel wordt onderzocht of het op deze manier gedeeltelijk aanbieden van het onderwijsprogramma voor vo-scholen wenselijk is. O.a. via het experiment Regelluw wordt dit getest.


Voor vwo is alleen verbreding of versnelling interessant
Vwo-scholen kunnen geen vakken op een hoger niveau aanbieden. Leerlingen kunnen individueel versnellen en ook via de beleidsregel versneld/verrijkt vwo kan er groepsgewijs worden versneld.

Ook het toezicht door de Onderwijsinspectie behoeft aandacht wanneer er op grote schaal maatwerk wordt geboden. De scholen verlaten de gebaande paden en het bieden van meer maatwerk levert niet zelden ingewikkelde casuïstiek op waarbij de scholen behoefte hebben aan een dialoog met de contactinspecteur. De inspectie gaf aan dat het onbedoeld, maar haast onvermijdelijk conserverende karakter van toezicht een zeker spanningsveld met innovatie kan opleveren, maar dat het toezicht geen belemmering mag zijn bij het bieden van maatwerk. Benieuwd naar welke adviezen de inspectie geeft over het bieden van maatwerk in combinatie met het toezicht? Lees ze hieronder.
 

Adviezen van de inspectie bij het bieden van maatwerk
  • Maatwerk is gericht op ambitie. Neem bij de presentatie van je school niet alleen het onderzoekskader van de inspectiekader als uitgangspunt maar presenteer als school ook je ambities. Dus: laat zien wat je doet, wat je doel is, welke keuzes je maakt om dat doel te bereiken, welke effecten het heeft op de resultaten en wat je belangrijk vindt en waarom. Geef vervolgens aan hoe dit alles zich verhoudt tot de kaders van de inspectie. Een concreet voorbeeld: welke oplossing is gekozen voor alle individuele leerroutes zonder te verzanden in een eindeloze reeks van tientallen PTA’s?   
  • Neem vroegtijdig contact op met de inspectie. Breng ambities al in het voortraject van het inspectie-onderzoek of in een startgesprek aan de orde. Met de inspectie kunnen in veel gevallen afspraken worden gemaakt voor passend toezicht bij innovaties die schuren met wetten en regels of met de definities of normeringen in het resultatenmodel (het verhaal achter de cijfers).

De pilot Recht op maatwerk loopt tot eind 2018. De VO-raad verkent of een verlenging of uitbreiding gewenst en mogelijk is. De input van de deelnemende scholen en ervaringen uit de pilot worden meegenomen in de discussies rond het stelsel en examinering.