Blog Henk Hagoort: bubbels

21 maart 2024

De afgelopen week verschenen er in het dagblad Trouw drie interessante artikelen over de waarde van brede scholengemeenschappen. Dit naar aanleiding van recent onderzoek door SEOR en Oberon. Het onderzoek toont aan dat het huisvesten van meerdere onderwijsrichtingen in één gebouw de segregatie stevig kan verminderen. Bovendien draagt het bij aan kansengelijkheid omdat het voor leerlingen veel gemakkelijker is om van onderwijsrichting te veranderen. In een tijd waarin we ons zorgen maken over de toenemende segregatie en polarisering zou juist de school de plek kunnen zijn waar je niet in je eigen bubbel zit. De in Trouw geciteerde theoloog Erik Borgman noemt het “de school als bouwplaats voor een inclusieve samenleving”.

Het is belangrijk om in dit kader te benadrukken dat meerdere onderwijsrichtingen onder één dak echt iets anders is dan leerlingen van meerdere onderwijsrichtingen in één klas. Die andere discussie voeren we al sinds de plannen voor de middenschool. Er zijn inmiddels stapels rapporten die aantonen dat het voor kansengelijkheid beter is om leerlingen pas aan het einde van de onderbouw definitief te selecteren voor een bij hen passende onderwijsrichting. De subsidie voor brede brugklassen werd in het kader van dit ‘later selecteren’ gegeven. Later selecteren vereist echter een zeer ingrijpende stelselwijziging waar momenteel weinig politiek draagvlak voor lijkt te zijn. Bovendien vraagt het van leraren om meer te differentiëren in de klas. Het is de vraag of we dat in deze tijden van lerarentekort van scholen kunnen vragen.

Het voorkomen van segregeren is echter minder ingrijpend en vraagt geen grote stelselwijziging. Het gaat vooral om keuzes rond huisvesting en vestigingsbeleid. In Trouw vertelt Aart van ’t Veld, bestuurder van CSG Reggesteyn in Rijssen, dat zij bij de komende nieuwbouw hun vmbo- en havo/vwo-locatie samenvoegen in één nieuw schoolgebouw. Aart geeft tegelijk aan dat voor schoolbesturen in de Randstad deze keuze veel lastiger is. Door de concurrentie tussen scholen kiezen ouders van leerlingen met een havo/vwo-advies als dat kan liever voor een categorale school in de buurt. Brede scholen in de grote steden hebben het moeilijk.

Minder bubbels, maar wie zet de eerste stap?, zo vraagt Trouw zich af. Volgens de onderzoekers ligt de bal bij schoolbesturen, het Rijk en de gemeenten. Zij zouden de handen ineen moeten slaan, zeker nu er voor de komende jaren een grote renovatie- en nieuwbouwopgave ligt.

De Rijksoverheid kan de huidige verkeerde prikkels in de bekostiging aanpassen. Een schoolbestuur krijgt nu minder geld als het vestigingen samenvoegt. Ook de VO-raad heeft jaren terug met dit aspect van de ‘vereenvoudiging’ van de bekostiging ingestemd. Achteraf gezien onverstandig. Bovendien stimuleert de huidige wijze van bekostiging per leerling de competitie tussen scholen, en ook dat helpt niet.

De gemeenten hebben een belangrijke rol rond onderwijshuisvesting. Zij financieren de nieuwbouw en maken een Integraal Huisvestingsplan. Ook formuleren ze een Lokale Educatieve Agenda. In beide beleidsplannen kan het stimuleren van brede scholen een vast thema worden.

Schoolbesturen kunnen ten slotte in hun regio of stad samenwerken en onderling afspraken maken over onderwijsaanbod met de bijbehorende huisvesting en spreiding van vestigingen, met als uitgangspunt het stimuleren van locaties waar meerdere onderwijsrichtingen gehuisvest zijn onder één dak.

Als de komende decennia rond nieuwbouw en renovatie van onderwijshuisvesting op deze drie borden tegelijk wordt geschaakt, zou het moeten lukken om scholen inclusiever te maken.