Onderzoek: stimuleren brede scholengemeenschappen kan segregatie stevig verminderen

13 maart 2024

Het bevorderen van brede scholengemeenschappen leidt tot minder segregatie in het onderwijs. In vergelijking met een aantal andere beleidsmaatregelen is dit de meest effectieve maatregel waar het kabinet op kan inzetten. Dat is de conclusie in een nieuw onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW. De VO-raad roept een nieuw kabinet op dit onderzoek ter harte te nemen en de vorming van brede scholengemeenschappen te stimuleren.


Onderzoeksbureaus SEOR en Oberon onderzochten in opdracht van OCW aan welke knoppen het ministerie kan draaien om de segregatie in het onderwijs te verminderen. De simulatie-studie keek naar de effecten van verschillende beleidsmaatregelen, waaronder het bevorderen van brede scholen, betere informatievoorziening aan (lager opgeleide) ouders of het bevorderen van zogeheten ‘vriendschapsbanden’ tussen scholen met verschillende onderwijsrichtingen. De meest effectieve maatregel blijkt het bevorderen van brede scholengemeenschappen in het voortgezet onderwijs. Als schoolbesturen hun losse vestigingen met verschillende onderwijsrichtingen vaker samenvoegen op één locatie, komen jongeren met verschillende achtergronden elkaar veel vaker tegen en groeien ze minder op in een bubbel, zo wordt geconcludeerd. Het kan de segregatie stevig verminderen.

Op dit moment is echter juist een opmars van categoriale scholen gaande. Vooral de knip tussen vmbo en havo/vwo wordt steeds harder. Omdat het in de praktijk nog steeds zo is dat op havo/vwo-scholen relatief veel kinderen uit een hogere sociaal-economische klasse zitten, en op het vmbo meer leerlingen uit een lagere sociaal-economische klasse, leidt deze knip tot meer segregatie. Leerlingen komen op veel scholen nauwelijks in aanraking met leerlingen met andere achtergronden, waardoor ze ook niet de kans hebben om elkaar te leren begrijpen en respecteren in samenwerkingservaringen. Met het oog op brede vorming, socialisatie en burgerschapsvorming, is dit volgens de VO-raad een zeer zorgelijke ontwikkeling.

Daarnaast zijn brede scholen ook gunstiger in het kader van kansengelijkheid. Voor leerlingen uit de lagere sociaal-economische klasse – die relatief vaak een niet passend schooladvies krijgen – is het gemakkelijker om binnen het voortgezet onderwijs nog van onderwijsrichting te veranderen als vmbo, havo en vwo in hetzelfde gebouw zitten.

Belangrijke rol kabinet

De VO-raad roept een nieuw kabinet op het onderzoek ter harte te nemen en de vorming van brede scholengemeenschappen te stimuleren, zodat zo veel mogelijk leerlingen met elkaar onder hetzelfde dak naar school gaan. De regering heeft hierbij een belangrijke rol. We zien dat veel schoolbesturen hier ook zelf mee aan de slag willen, maar er hierbij tegenaan lopen dat de bekostiging niet altijd in het voordeel pleit van brede scholengemeenschappen. Ook kunnen ze leerlingen kwijtraken aan scholen in de omgeving die wél categoraal onderwijs aanbieden. Het gaat daarom alleen lukken als de overheid schoolbesturen dezelfde kant op stuurt en de sector handelt vanuit een collectieve verantwoordelijkheid.

Ook gemeenten kunnen er – vanuit hun verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting – daarnaast op aandringen dat binnen een schoolgebouw alle onderwijsrichtingen ondergebracht moeten worden.

Heterogene en verlengde brugklassen

De VO-raad pleit daarnaast voor maatregelen die de invoering van heterogene en verlengde brugklassen stimuleren. Ook dergelijke brugklassen – waarbij diverse groepen leerlingen langer bij elkaar in de klas blijven zitten en ze pas later in hun schoolcarrière een keuze maken voor een bepaalde onderwijsrichting – kunnen sterk bijdragen aan het tegengaan van segregatie en kansenongelijkheid in het onderwijs.