Een rustige en veilige plek op school: de trajectruimte

28 september 2020

Op het Tabor College Werenfridus in Hoorn komen leerlingen met een specifieke behoefte tot rust in een speciale trajectruimte. Twee pedagogische medewerkers werken er fulltime om deze leerlingen individueel te begeleiden en te ondersteunen.

Banken om te ontspannen, twee ronde tafels waaraan leerlingen kunnen werken en een aantal bureautjes met schotten ertussen. De trajectruimte lijkt in niets op een klaslokaal en ligt aan de achterkant van de school in een rustige gang. Leerlingen met adhd, een autismespectrumstoornis, Gilles de la Tourette of andere (psychische) problemen, worden aan de trajectruimte gekoppeld. Van de 1300 leerlingen op het Tabor College zijn dat er ongeveer 55. De ruimte is groot genoeg voor de leerlingen om anderhalve meter afstand tot de begeleiders te houden.

Veilige plek

Volgens de Wet Passend Onderwijs hebben alle leerlingen recht op goed onderwijs en dat geldt ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. “Toen deze wet werd ingevoerd, gingen we nadenken over hoe we leerlingen met een diagnose en/of met hoogbegaafdheid extra kunnen ondersteunen”, vertelt Arnica Gortzak, lerares Nederlands én ondersteuningscoördinator. “We kwamen al snel op het idee een fysieke ruimte in te richten om daar een vaste, herkenbare en veilige plek van te maken.” Sommige leerlingen komen er als ze overprikkeld zijn of om stoom af te blazen. Anderen maken er eens per week een planning of huiswerk. ‘Gewoon’ even praten met de begeleider over zaken die hen dwars zitten, kan ook.

Leerlingen worden door een vaste begeleider ondersteund en de taakverdeling is voor iedereen duidelijk

Arnica Gortzak lerares Nederlands en ondersteuningscoördinator

Maatwerk

Arnica is sinds een jaar of zeven ondersteuningscoördinator en coördineert vanuit die rol de zorg voor leerlingen met een diagnose. Vanaf het begin zette ze daarvoor een duidelijk beleid uit. “Ik zag collega’s wekelijks met leerlingen praten omdat zij extra begeleiding nodig hadden, maar dat is niet hun taak. Sommige leraren steken er te veel tijd in en anderen vinden het juist moeilijk om met specifieke behoeftes van leerlingen om te gaan.” Op het Tabor College kijken ze per individuele leerling wat deze nodig heeft om tot een diploma te komen. “Dat kan betekenen dat een leerling die aan de trajectruimte is gekoppeld, bepaalde lessen niet hoeft te volgen omdat hij een vak niet meeneemt naar het volgende jaar”, legt Arnica uit. “Hij kan dan in de trajectruimte werken aan vakken waaraan hij wel extra aandacht moet of wil besteden.”

Pedagogisch medewerkers

Arnica ondersteunt de leraren en mentoren en vraagt hoe ze hen hierbij kan helpen. “We volgen consequent ons beleid en ik merk dat dat helpt”, zegt ze. Wat ook helpt, is dat de school sinds vorig schooljaar twee fulltime pedagogische medewerkers in dienst heeft. Arnica: “Voorheen kregen leerlingen met een diagnose een externe ambulante begeleider, maar die zijn door de overheid wegbezuinigd. Leraren zijn eigenlijk te duur om deze taak op zich te nemen en kunnen bovendien niet de hele dag in de trajectruimte zijn. Nu worden deze leerlingen door een vaste begeleider ondersteund en is de taakverdeling voor iedereen duidelijk.” De pedagogische medewerkers onderhouden ook het contact met de ouders en bieden de ondersteuning waar vakdocenten en mentoren geen tijd voor hebben. “Het is maatwerk in een kleine en vertrouwde omgeving.”

Telefonisch contact

Toen de school op 16 maart haar deuren door het coronavirus moest sluiten, was die kleine en vertrouwde omgeving niet meer bereikbaar. De vaste begeleiders onderhielden daarom telefonisch contact met de leerlingen. “Sommige leerlingen vonden het moeilijk om zelf hun werk te moeten plannen en misten de structuur van school”, vertelt Arnica. “Maar andere leerlingen vonden het juist fijn dat ze in hun eigen tempo en zonder prikkels thuis konden werken.” Toen de school weer open mocht, kwamen alleen leerlingen uit de onderbouw in groepjes van maximaal negen leerlingen voor drie uur les naar school. “De trajectruimte was open, maar er zijn niet veel leerlingen geweest omdat de behoefte door de kleinere groepjes minder was”, aldus Arnica. “We zijn wel blij dat we de trajectruimte zonder aanpassingen kunnen blijven gebruiken zoals we voor corona ook deden.”

Sommige leerlingen komen er als ze overprikkeld zijn of om stoom af te blazen, anderen maken er eens per week een planning of huiswerk

Arnica Gortzak

Brugklascafé

Gediagnosticeerde leerlingen kunnen ook dit schooljaar dus ‘gewoon’ in de trajectruimte terecht. “Nieuwe leerlingen zijn verplicht om tussen de zomer- en herfstvakantie eens per week naar ons zogenoemde brugklascafé te komen”, vertelt Arnica. In het brugklascafé kunnen de leerlingen op een informele manier met een pedagogisch medewerker praten over hoe het gaat. Arnica: “Dat geeft ons én de leerling inzicht. Als we denken dat de leerling baat heeft bij individuele begeleiding, bieden we na de herfstvakantie de trajectruimte aan. Het brugklascafé verlaagt de drempel, want leerlingen zien dat ze niet de enige zijn die ‘anders’ denken of reageren. Maar nee zeggen mag, we dwingen ze niet.”

Trots

Zonder de trajectruimte en de twee vaste begeleiders zou een aantal van deze leerlingen in het speciaal onderwijs terechtkomen. “We zijn er trots op dat we deze leerlingen op deze manier ondersteunen en de mogelijkheid geven om in het reguliere onderwijs hun diploma te halen”, aldus Arnica. “Ouders geven aan dat ze zich veel minder zorgen maken en dat ze dankbaar zijn dat hun kwetsbare kind toch kan meekomen op school.”