Leerling aan de leiding: trialoog met ouders en coach

28 januari 2020

Op CSG Het Noordik voeren leerlingen een paar keer per jaar een trialoog met hun ouders en mentor-coach. Lees waarom de school deze driehoeksgesprekken in alle vmbo-klassen invoert.

Eigenaarschap en betrokkenheid

Vergroot een monoloog van docent naar ouders over hun kind de betrokkenheid van die ouders? En helpt het de leerling om zich meer eigenaar van zijn eigen ontwikkeling te voelen? Het antwoord op beide vragen luidde nee, zo ervaarde de school. Daarom zocht CSG Het Noordik naar een manier om eigenaarschap en ouderbetrokkenheid te vergroten. Dat leidde drie jaar geleden tot de invoering van trialogen in klas 1 van het vmbo. Direct na het eerste jaar was de meerwaarde van de trialogen al duidelijk. De afgelopen twee jaar stond dan ook in het teken van de doorontwikkeling van de inhoud en invoering van de trialoog in de onder- en bovenbouw van het vmbo.

Verlengstuk van onze visie

Geen regulier tienminutengesprek dus, maar een trialoog waarin leerlingen bepalen wat ze met hun ouders en coach willen bespreken. “De trialogen zijn het verlengstuk van onze visie op onderwijs”, vertelt Léon Oosterom, docent geschiedenis en coach van klas 1. “We willen dat de leerlingen op onze school actief bij hun leerdoelen betrokken zijn en zich eigenaar van hun persoonlijke ontwikkeling voelen. De rode draad van elke trialoog is ‘waar ben ik goed in en welk talent kan ik ontplooien?’ De leerling leidt het gesprek en voelt zich daardoor meer eigenaar van zijn eigen leerplan.”

Innovatiegroep trialoog

Léon is voorzitter van het innovatieteam ‘trialoog’ die de gesprekken doorontwikkelt. Zijn collega Jeroen Bos was drie jaar geleden de initiator van de trialoog. Hij maakte toen een opzet voor het eerste vragenformulier dat als leidraad voor het gesprek dient. Die taak ligt inmiddels bij het innovatieteam. “Wij maken een voorzet en verwerken de feedback van de betreffende lerarenteams op bijvoorbeeld de vraagstelling”, aldus Léon. “De vragen moeten immers goed aansluiten bij het niveau en de leeftijd van de leerlingen.” Volgens teamleider Marjan Rodrigues voelen de leraren daardoor ook het eigenaarschap. “We leggen dat niet op, maar hebben het geborgd in de teamplannen die de teams zelf maken”, zegt ze. “De leraren geven zelf vorm aan de trialogen en evalueren met elkaar wat anders of beter kan. Het is echt iets van de hele school, dat maakt het zo krachtig.”

Houvast

De trialogen worden ’s middags ingepland en duren twintig tot dertig minuten. In het eerste jaar zijn er drie trialogen en in de overige klassen twee met eventueel een derde. “Als coach bepaal je dat zelf”, zegt Léon, die voor tien tot twaalf leerlingen (de helft van zijn coachklas) de trialogen per leerling inroostert. De eerste trialoog in klas 1 gaat in op de kennismaking op school, de tweede zoomt in op de doelen van de leerling en de derde is een evaluatie. In de tweede, derde en vierde klas ligt de focus op onderwerpen zoals profielkeuze, ambities en vervolgopleiding. Léon: “Zo gaan we steeds een niveau dieper.” De leerlingen krijgen het vragenformulier mee naar huis en kunnen van tevoren nadenken over de antwoorden. Het formulier biedt tijdens de trialoog houvast aan de leerling maar ook aan de coach.

Leerlingen leren na te denken over wat goed gaat en wat niet, en waar hun talenten liggen

Léon Oosterom docent geschiedenis en coach

Schoolprestaties

De trialogen worden ’s middags ingepland in plaats van ’s avonds om de leraren minder te belasten. Ook wil de school de betrokkenheid van ouders vergroten. Léon: “We verplichten ouders zo wel om vrij te nemen, maar dat is maar twee of drie keer per jaar. Een goede uitleg van de redenen en de voordelen van de trialoog tijdens een informatieavond helpt om begrip te kweken. Ook een goede tip: we laten tijdens die avond meteen een inschrijflijst rondgaan en die wordt goed ingevuld.” Uit onderzoek blijkt dat de betrokkenheid van ouders de schoolprestaties bevordert. Ook geven veel ouders aan dat ze liever een goed coachgesprek met leraar én leerling voeren dan een oppervlakkig gesprek van tien minuten.

Rollenspellen

Hoe is het voor de leraren om de leiding van het gesprek aan de leerling over te laten? Léon: “We werken met meerdere innovatieteams die zich over verschillende thema’s buigen en komen maandelijks bij elkaar om kennis en ervaring uit te wisselen. Daarnaast geven we presentaties en workshops over de onderwerpen waar de innovatieteams mee bezig zijn. We hebben laatst nog tijdens zo’n workshop rollenspellen gedaan om te oefenen met de trialoog. Sommige collega’s vinden het spannend maar ze merken ook dat het vragenformulier houvast geeft. En leraren die er in klas 1 mee zijn begonnen, nemen hun ervaringen mee naar de andere klassen.”

Trots

Marjan merkt dat ook de leerlingen positief zijn. “Ze geven aan dat ze het fijn vinden dat de gesprekken vooral over hen gaan en dat ze hun eigen inbreng in de trialoog hebben.” Léon: “Johan, één van mijn mentorleerlingen, schrijft bijvoorbeeld op het vragenformulier dat hij er trots op is dat hij goed kan gamen en dat hij daardoor ook goed is in Engels. En Kjell, een andere leerling, schrijft dat hij nergens trots op is, maar vertelt vervolgens in de trialoog dat hij trots is op hoe hij met zijn eigen fouten omgaat. Ze leren echt na te denken over wat wel en niet goed gaat, en waar hun talenten liggen.”

Continu verbeteren

De doorontwikkeling van de trialogen gaat door en de uitdaging zit ‘m nu vooral in de inroostering in de bovenbouw. De leerlingen daar hebben langer les, soms tot vier uur of half vijf. “In het innovatieteam denken we na over een oplossing daarvoor”, aldus Léon. “Ook hebben we het idee om leerlingen in de bovenbouw een presentatie te laten geven over zichzelf en hun ontwikkeling.” Een enquête onder de ouders staat eveneens op de planning. “Zo blijven we de trialogen continu evalueren en verbeteren.”

Vragenformulieren