Schoolkostenmonitor: Verschillen tussen scholen nemen toe, regels ouderbijdrage aangescherpt

14 september 2023

Op ongeveer de helft van de scholen is het percentage ouders dat de vrijwillige ouderbijdrage niet betaalt hoger dan vorig jaar. Dit percentage is groter op scholen met een achterstandsscore. Ook is op de helft van de scholen het aanbod geschrapt of gewijzigd naar aanleiding van de nieuwe wetgeving over de ouderbijdrage. Dit blijkt uit de schoolkostenmonitor 2022-2023, die op 12 september jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd. In de begeleidende brief aan de Kamer schrijft minister Paul ook dat de regelgeving omtrent de ouderbijdrage is aangescherpt: gespecificeerd is waar scholen géén ouderbijdrage (meer) voor mogen vragen.

De Schoolkostenmonitor - die voor het laatst in 2018/2019 was uitgevoerd - geeft een beeld van de hoogte van de schoolkosten en ontwikkelingen op dit vlak in po, vo en mbo. Gemiddeld gezien geven de bevraagde ouders met een kind in het vo aan in het schooljaar 2022-2023 842 euro aan schoolkosten betaald te hebben (vrijwillige ouderbijdrage, leermiddelen en schoolbenodigdheden, ICT en reizen, excursies en extra onderwijsaanbod opgeteld).  40% van de ouders geeft aan de kosten (zeer) hoog te vinden. 14% van de ouders kijkt naar de hoogte van de schoolkosten bij de keuze van een school; voor 3% van het totaal aantal ouders heeft de hoogte van de kosten daadwerkelijk meegespeeld in de schoolkeuze.  Deze percentages onderstrepen het belang om als school en als overheid kritisch te blijven kijken naar de schoolkosten. De groeiende armoede maakt dit vraagstuk extra actueel.  

Vrijwillige ouderbijdrage  

Een belangrijk deel van de door de school gevraagde schoolkosten bestaat uit de vrijwillige ouderbijdrage. Ongeveer 70% van de scholen vraagt een vrijwillige bijdrage (minder in het praktijkonderwijs); deze bedraagt volgens de ouders gemiddeld 137 euro. Het percentage ouders dat de bijdrage niet betaalt, neemt toe, zo geeft bijna de helft van de bevraagde scholen aan. Dit speelt met name bij scholen met een achterstandsscore; zij kennen een groter aandeel leerlingen (31% tot 70%) voor wie de vrijwillige ouderbijdrage niet wordt betaald dan scholen zonder achterstandsscore. Ook geeft de helft van de scholen aan dat de wetswijziging heeft geleid tussen verandering in het aanbod van extra activiteiten (26% heeft de omvang verkleind, 29% de kosten omlaag gebracht en 3% heeft aanbod afgeschaft).

Hiermee laat de monitor ook zien dat de vrees dat de nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage zou leiden tot verschraling van het aanbod aan extracurriculaire activiteiten gegrond blijkt. Scholen geven aan hun aanbod nu overeind te houden met onder andere NPO-middelen (61%).    

Aanscherping regels ouderbijdrage: ‘Beleidsregel géén vrijwillige ouderbijdrage’ 

De Inspectie van het Onderwijs ontvangt met regelmaat signalen dat het voor scholen onduidelijk is voor welke kosten een vrijwillige ouderbijdrage mag worden gevraagd. Scholen mogen een bijdrage van ouders vragen voor activiteiten die buiten het verplichte onderwijsprogramma vallen, georganiseerd door of namens het bevoegd gezag. Als nieuwe beleidsregel komt te gelden dat er géén vrijwillige ouderbijdrage mag worden gevraagd voor alle activiteiten en kosten die direct verband houden met de kerndoelen en de toegang tot het onderwijs, inclusief de faciliteiten die onderdeel zijn van het schoolgebouw. Denk hierbij aan kluishuur, de leerlingenpas de mediatheek.  Zie hiervoor het document 'Regels voor de vrijwillige ouderbijdrage, 1 sept 2023’ en de website van Rijksoverheid. Scholen worden door OCW geïnformeerd over deze nieuwe beleidsregel.