Jezelf mogen zijn op school: twee bestuurders over Pride, inclusie en identiteit

Pride-maand is veel meer dan een feest van kleur, muziek en zichtbaarheid. Het is een moment om stil te staan bij een fundamentele vraag: kunnen leerlingen, leraren en schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs echt zichzelf zijn? Aan het woord bestuurders Jeroen Goes (Stichting Delta De Bilt) en Camyre de Adelhart Toorop (Purmerendse ScholenGroep) over hun eigen coming out, hoe het ervoor staat met de acceptatie en wat we als scholen daar nog in kunnen betekenen.

Jezelf durven zijn

Zowel Goes als De Adelhart Toorop weten hoe het is om niet helemaal jezelf te durven zijn. Goes kwam pas op zijn vijftigste uit de kast, nadat hij zichzelf naar eigen zeggen jarenlang conform verwachtingen had gedragen, inclusief een huwelijk met een vrouw en twee kinderen. “Wat me het meest verrast heeft aan mijn eigen coming out is dat ik me realiseerde dat uit de kast komen veel meer is dan alleen verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht,” zegt hij. “Het is echt een identiteit. Het is wie je bent.”

Enkele weken geleden stapte hij in het huwelijksbootje met zijn partner, maar hij vond het lange tijd lastig om zich binnen de huidige maatschappij vrij genoeg te voelen om zijn identiteit te kunnen uiten en hier trots op te zijn. “Ik realiseerde me dat ik het op jonge leeftijd al wist, maar dat ik het heel lang weggedrukt heb. Als kind heb ik eigenlijk nooit echt mezelf kunnen zijn. En nog steeds is dat het geval voor heel veel kinderen. Zelfs in omgevingen waar het heel open is, is het moeilijk om jezelf te accepteren.”

Ook De Adelhart Toorop heeft haar geaardheid een periode voor zichzelf gehouden en durfde hier op school nog niet over na te denken. Toen ze ongeveer achttien was kreeg ze een relatie met een vrouw, maar dit hielden ze een hele tijd geheim. “Dat kwam vooral omdat je het niet zo veel hoorde. Je valt buiten de norm en strikt genomen ben je dan abnormaal. Klinkt hard en zo voelde dat ook.”

Vallen binnen de maatschappelijke norm

Wat beide bestuurders onderschrijven, is de druk waar de maatschappelijke norm voor zorgt, zeker bij jongeren. De Adelhart Toorop: “Als je jong bent wil je er graag bij horen en daarom doe je liever wat je denkt dat er van je verwacht wordt. Eigenlijk is het een soort copingstrategie, maar het is niet wat je echt wilt.”

Goes: “Het ligt ook aan de maatschappij. Alles wordt met een heel heteronormatief perspectief gezien. De gangbare mening is: iedereen mag er zijn, maar ze moeten wel een beetje normaal doen. Daardoor passen veel volwassenen en kinderen zich aan. Het ‘anders-zijn’ wordt nog altijd veroordeeld. Acceptatie vind ik daarom ook een lastig woord. Accepteren geeft aan dat je iets bijzonders moet doen om erbij te horen. Belangrijkere begrippen zijn waardering en gelijkheid.”

Kunnen kinderen zichzelf zijn?

Of het tegenwoordig makkelijker is voor kinderen, hangt van veel facetten af. De Adelhart Toorop: “Of het makkelijk is voor leerlingen om helemaal zichzelf te zijn, hangt deels af van de school en hoe veilig het daar voelt. Maar tegelijkertijd heb ik op een hele veilige en fijne middelbare school gezeten en toch heeft het bij mij heel lang geduurd. Het is dus ook afhankelijk van de persoon en hoe je er zelf over denkt.”

Beide bestuurders uiten wel hun zorgen over de steeds conservatiever wordende maatschappij. De Adelhart Toorop maakt zich druk om de rechten van vrouwen en de lhbtqia+-gemeenschap: “Met alle veranderingen in onze wereld en de politiek denk je er waarschijnlijk wel drie keer over na of en hoe je uit de kast komt. In die zin wordt het steeds ingewikkelder voor jongeren. Neem alleen maar als voorbeeld wat er in de Verenigde Staten gebeurt, waar allemaal trans personen uit het leger worden ontslagen. Het is wat dat betreft een spannende periode.”

Goes: “Ook binnen het onderwijs merk ik dat de maatschappij conservatiever wordt. En dan met name de ouders. Dat het over de basisvakken moet gaan, dat je je als school niet te veel moet bemoeien met de opvoeding. De conservatieve richting is duidelijk merkbaar. Dingen als Paarse Vrijdag en de Week van de Lentekriebels worden afgedaan met de tekst: er is toch al aandacht voor? Ik denk dat onderschat wordt hoe hard het nog nodig is, net als bijvoorbeeld Internationale Vrouwendag, omdat het nog lang niet vanzelfsprekend is in onze huidige maatschappij. En dat we juist door met elkaar in gesprek te blijven samen stappen kunnen zetten richting een inclusieve schoolcultuur.”

School als voorbeeld

In deze veranderende maatschappij wordt het er niet makkelijker op voor kinderen om zichzelf te zijn. Het is voor hen ontzettend belangrijk dat er een veilige omgeving gecreëerd wordt, en daar speelt school een grote rol in. Daarom heeft De Adelhart Toorop nooit een geheim gemaakt van haar geaardheid. “Vanaf het moment dat ik in het onderwijs kwam dacht ik: dit moet iedereen weten. Juist omdat ik dat een beetje mistte toen ik zelf opgroeide. Toen ik zelf nog op school zat, hadden wij een leraar van wie iedereen wist dat hij homoseksueel was, maar die daar zelf heel erg geheimzinnig over deed. Zelf ga je dan ook denken: blijkbaar kan dat dus écht niet. Dat heeft mij niet geholpen.”

Goes: “Als onderwijs heb je daar een hartstikke belangrijke rol in. Maak het zichtbaar. Maak duidelijk waar je voor staat, durf de controverse aan te gaan. Ik denk dat we te gemakkelijk de discussie uit de weg gaan. Terwijl we er binnen het onderwijs juist zijn om de maatschappij te vormen.”

Ga het gesprek aan

Volgens zowel Goes als De Adelhart Toorop is het de opdracht van de scholen om de dialoog aan te gaan. Goes: “Er is te weinig nieuwsgierigheid. Ook tijdens mijn coming out vroeg niemand: wat hadden wij anders kunnen doen? Waarom is het voor jou zo lastig geweest? Dit soort vragen moeten we stellen, júíst voor de volgende generatie.”

De Adelhart Toorop: “Ik denk dat veel mensen weglopen van deze gesprekken omdat ze het spannend en eng vinden. Daar kan je als school een voorbeeld in geven door juist wél het gesprek aan te gaan. Het is ook een onderdeel van burgerschap; het samen leren leven. Ik vind dat ook de taak van het onderwijs. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor de lhbtqia+-gemeenschap, maar voor alle minderheden.”

Daarvoor moet je wel de juiste omstandigheden creëren. De Adelhart Toorop: “Toen ik nog directeur was op een school met veel leerlingen met een migratieachtergrond, hadden we een keer een grootse viering van Paarse Vrijdag, onder meer met een paarse boog met ballonnen. Er waren toen ook veel jongeren die vonden dat we daarmee onze boodschap opdrongen. Daar heb ik een supermooi gesprek mee gehad, waarin ik vertelde hoe het voor mij was. Ik heb het destijds ook vergeleken met hoe je als persoon van kleur elke keer in de hoek worden gezet als groep en dat dáár de overeenkomsten liggen.”

“Het was daarbij wel belangrijk dat ik al een goede band had met die kinderen. Anders wordt het een gek gesprek waarin je gaat vertellen hoe het moet. Je moet al een connectie hebben om dit te kunnen bespreken.”

Wat kunnen schoolbesturen nog meer doen?

Goes en De Adelhart Toorop hebben nog meer adviezen voor andere schoolbestuurders.


Het verhaal van Goes en De Adelhart Toorop laat zien dat ‘jezelf mogen zijn’ nog steeds niet altijd makkelijk is. Dit blijft binnen het onderwijs een belangrijke opdracht, niet alleen in Pride-maand, maar elke dag opnieuw. Door het gesprek aan te gaan, ruimte te maken voor verschil en echte nieuwsgierigheid te tonen, bouwen we aan onderwijs waar ieder kind én iedere volwassene telt.