Kwaliteitskader leermiddelen Nederlands: bewustere keuze voor leermiddelen

10 juni 2025

De Kennistafel Effectief Leesonderwijs heeft het ‘Kwaliteitskader leermiddelen Nederlands’ ontwikkeld. Dit kwaliteitskader is een middel voor docenten om methodes beter te beoordelen. Tegelijkertijd geeft het uitgeverijen handvatten om betere methodes te ontwikkelen. Koen van Brussel, docent Nederlands, werkte mee aan de ontwikkeling van het kwaliteitskader en vertelt over het doel ervan en hoe je het praktisch kunt inzetten bij de keuze voor leermiddelen.

Koen van Brussel is docent Nederlands aan het Leonardo College in Leiden. Hij zat vanuit het voortgezet onderwijs in de werkgroep voor het kwaliteitskader, een werkgroep die bestaat uit afgevaardigden uit onderwijs, wetenschap en leermiddelenontwikkeling.

Vaak kan het werken met een bepaalde methode een gewenning worden. Koen: “Als je eenmaal een methode hebt, dan ga je daarmee werken en raak je eraan gewend. Het wordt een vanzelfsprekendheid om daarmee door te gaan.” Dit heeft volgens Koen ook te maken met het lerarentekort en de tijdsdruk die leraren ervaren. Koen: “Er is amper tijd om methodes te beoordelen. En als je al op een punt komt om een nieuwe methode te kiezen, is het lastig om er een te kiezen. Methodes hebben doorgaans voor elk leerjaar en elke onderwijsrichting minimaal twee boeken. Als je dan vijf methodes met elkaar wilt vergelijken, kom je op het vergelijken van 120 boeken. Dat is onbegonnen werk. Wat je vaak ziet is dat je dan als sectie door wat boeken bladert. Je pikt er hier en daar wat uit, je checkt wat dingen zoals grammatica en begrijpend lezen en uiteindelijk kies je er één.”

Keuze voor leermiddelen grondiger aanpakken

De bedoeling van het ‘Kwaliteitskader leermiddelen Nederlands’ is om precies dát keuzeproces gestructureerder en grondiger aan te pakken. Koen: “Wat het kwaliteitskader doet, is vragen stellen over leermiddelen voor Nederlands. Het is een hulpmiddel voor docenten in de vorm van kaarten die je er makkelijk bij pakt.”

Het kwaliteitskader bestaat onder andere uit een startkaart, vijf themakaarten en een reflectiekaart. Elke kaart bevat vakinhoudelijke en didactische criteria die je als sectie samen langsloopt. Koen: “Bijvoorbeeld de kaart ‘Rijk aanbod van teksten en boeken’. Daar staat bij welke kerndoelen daarbij horen en een aantal vragen die je moet beantwoorden. Zoals de vraag ‘Zijn de onderwerpen van de teksten relevant en van belang voor het curriculum en/of in de echte wereld?’. Die kaarten geven op die manier richting aan gesprekken met je sectie en aan het keuzeproces voor een specifiek leermiddel. Overigens hoeven dat niet perse bestaande methodes te zijn. Dat kan ook een eigen ontwikkeld curriculum zijn.”

De bedoeling is dat het kwaliteitskader hiermee efficiëntie oplevert. Koen: “Doordat docenten taken verdelen via de kaarten, hoef je niet individueel alle aspecten van iedere methode te bekijken. Bij de reflectiekaart ga je vervolgens in gesprek met elkaar over je bevindingen en kun je samen tot een selectie geschikte methoden komen, of juist zien welke hiaten een methode heeft en waar je zelf nog materiaal bij wil of moet maken.”

Gebaseerd op kennis uit de wetenschap en praktijk

Het kwaliteitskader is gebaseerd op kennis uit de wetenschap en praktijk. Koen: “Van sommige opdrachten die veel gebruikt worden in methodes, zoals sorteertaken, is wetenschappelijk bewezen dat ze niet effectief zijn om tot begrip te komen. Je ziet soms dat werkboeken met dat soort opdrachten gevuld zijn. Leerlingen vullen die opdrachten vervolgens braaf in, maar dat is niet bewezen effectief.”

Zo staat op de kaart ‘Effectief en activerend taalonderwijs’ de vraag of het leermiddel werkvormen bevat die leerlingen uitdagen en aanzetten tot denken, betekenis geven en leren. Koen: “Het kader gaat uit van literatuur en bewezen didactieken. Die verantwoording vind je ook terug in het kwaliteitskader. Zo is er een toelichtingsdocument waarin staat welke bronnen we per kaart hebben gebruikt. Ook geven we tips voor het lezen van verdere achtergrondinformatie en we hebben een woordenlijst opgenomen. Daarin wordt bijvoorbeeld toegelicht wat een rijke tekst iinhoudt.”

Het kader gaat uit van literatuur en bewezen didactieken. Die verantwoording vind je ook terug in het kwaliteitskader.

Focus op Nederlands en kerndoelen

Het kwaliteitskader is primair ontwikkeld voor het vak Nederlands in het voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs is er ook een kwaliteitskader ontwikkeld. Het kwaliteitskader voor het voortgezet onderwijs sluit aan op de nieuwe definitieve conceptkerndoelen Nederlands die SLO in april 2025 publiceerde en binnenkort in de wet worden vastgelegd. Dat de focus op het vak Nederlands ligt, is vooral een praktisch oogpunt geweest vanuit de werkgroep. Het kwaliteitskader is ook bruikbaar voor andere vakken of bijvoorbeeld bij vakoverstijgend werken.

In het kwaliteitskader is dan ook nadrukkelijk aandacht voor het feit dat de Nederlandse taal verweven is met andere vakken, zoals wereldoriëntatie of digitale geletterdheid. Koen: “Dit kwaliteitskader is eigenlijk ook een pilot om te kijken of het werkt, zodat zo’n kader later ook bij andere vakken kan worden ingezet.”

Aansluiting bij visie van de school

Het bijeffect van het kwaliteitskader is volgens Koen ook dat je je eigen onderwijspraktijk kritischer gaat bekijken. Koen: “Je komt langs dingen waar je wellicht al een tijd niet bij hebt stilgestaan. Dan heb je als sectie de discussie: hoe gaan we daaraan tegemoetkomen?”

Als voorbeeld noemt Koen de startkaart. Die kaart stelt de vraag wat de eigen visie met betrekking tot taal in de school is. Koen: “Het Leonardo College waar ik lesgeef, is een sportgeoriënteerde school. Dat betekent dat we veel sportende leerlingen hebben die doorgaans minder vaak aan lezen toekomen. Omdat we lezen wel belangrijk vinden, is een specifieke focus van ons een rijk aanbod van lezen en leesmotivatie. Dat hebben wij in onze visie verwerkt. Dat geeft ons ook een betere richting voor een bepaald leermiddel.” 

Uitgeverijen

Het kwaliteitskader is niet alleen bedoeld voor docenten, maar nadrukkelijk ook voor uitgeverijen. Zo zit er ook een vertegenwoordiger van uitgeverijen in de werkgroep. Koen: “Ook uitgeverijen hebben ieder een eigen visie. Zij kunnen aan de hand van het kwaliteitskader zich ook meer focussen en bedenken wat belangrijk is voor hun methode. Het kwaliteitskader helpt op die manier uitgeverijen om beter na te denken over wat zij ontwikkelen en maken.”

En dat is nodig, want van oudsher hebben methodemakers in Nederland veel vrijheid. Dat vertelt Yra van Dijk, voorzitter van de werkgroep van het kwaliteitskader, in het VO-magazine (oktober 2024). “Die eisen waren tot nu toe zo globaal dat ze te veel ruimte overlieten. We stellen bijvoorbeeld te weinig concrete eisen aan taal en lezen op school. In de landen om ons heen zijn de curriculumeisen specifieker geformuleerd. In het Franse curriculum bijvoorbeeld is het programma per vak en per leerjaar zeer gedetailleerd vastgelegd. Uitgeverijen maken daar methodes die strikt het vastgestelde curriculum volgen; methodes die daarvan afwijken, zullen door scholen niet worden aangeschaft. De curriculumherziening in Nederland is dus niet alleen hard nodig, het is ook een goed moment om methodemakers aan te moedigen om de lat hoger te leggen. Zowel wat betreft kwaliteit van het onderwijs als wat betreft didactiek en pedagogiek. De meeste uitgeverijen willen zelf overigens ook graag heldere richtlijnen hebben.”

Fysiek en online

Het idee van het kwaliteitskader is dat het een geüpdatet document blijft. Koen: “Als er iets verandert in bijvoorbeeld de kerndoelen, dan passen we het aan. Of wanneer er nieuwe onderzoeken of bepaalde didactieken veranderen, dan kunnen we een nieuwe versie publiceren.”

De Kwaliteitswaaier is er zowel in fysieke vorm als online. Koen: “Er is tegenwoordig zoveel online. We willen het bewust fysiek beschikbaar maken zodat je het er echt bij kan pakken. Dat werkt toch anders dan wanneer iets enkel online beschikbaar is.”

Uiteindelijk hoopt Koen dat docenten vooral bewustere keuzes maken voor leermiddelen. “Het kader helpt docenten om op de hoogte te blijven van de laatste inzichten. Het maakt docenten bewuster worden van wat een methode moet doen en of een beoogde methode dat ook daadwerkelijk doet.”

Op 16 juni is de lancering van het ‘Kwaliteitskader leermiddelen Nederlands’. Yra van Dijk (expert jeugdliteratuur en leesonderwijs) verzorgt een keynote en er zal een paneldiscussie zijn over leermiddelen en de leermiddelenmarkt. Het kwaliteitskader is vanaf 16 juni te bestellen door een mail te sturen naar kennistafelleesonderwijs@vo-raad.nl en online te downloaden.