Aantal voortijdig schoolverlaters toegenomen

16 maart 2022

Vorig schooljaar is het aantal jongeren (12-23 jaar) dat zonder startkwalificatie van school gaat, weer toegenomen. Het gaat om een stijging van 22.766 naar 24.385 vsv’ers (van 1,72% naar 1,87% van alle vo- en mbo-leerlingen). Deze cijfers zijn op 14 maart door minister Dijkgraaf naar de Tweede Kamer gestuurd. De brief met de verzuimcijfers van het funderend onderwijs wordt op korte termijn verwacht van minister Wiersma.

Als oorzaken voor de stijging van het aantal voortijdig schoolverlaters worden in de brief onder meer de aantrekkende arbeidsmarkt (liever geld verdienen), verkeerde studiekeuzes en de toegenomen mentale problematiek onder jongeren genoemd. Bij de laatste twee factoren wordt een link gelegd met de coronacrisis en de periodes van online onderwijs en studievoorlichting die hier het gevolg van waren. Opvallend is dat het wegvallen van het centraal examen in 2020 ook als mogelijke oorzaak wordt genoemd.  Sommige van de jongeren die dat jaar zijn geslaagd en doorgestroomd naar het mbo, lijken alsnog te zijn uitgevallen.  

Minister Dijkgraaf wil nadere kennis verzamelen over de oorzaken van de stijging en effectieve interventies. Hij gaat hiervoor in gesprek met alle 40 RMC-regio’s over hun aanpak en vsv-effectrapportages: in welke mate behalen zij hun doelstellingen, welke succesfactoren en knelpunten ervaren zij en welke verbeteropgaven zien zij? Op basis hiervan wil hij de aanpak van voortijdig schoolverlaten aanscherpen, zowel gericht op preventie als op het terug naar school begeleiden van vsv’ers. 

Deze zomer informeert Dijkgraaf de Kamer over de kansen die hij ziet voor het structureel verbeteren van de vsv-aanpak, en met welke opgaven hij, samen met regio’s de komende jaren aan de slag wil.  

De VO-raad wijst hierbij op de verbondenheid tussen de aanpak vsv en de aanpak van andere problematiek. In het kader van het Nationaal Programma Onderwijs wordt binnen de sector bijvoorbeeld fors ingezet op het welzijn van jongeren. Daarnaast is het belangrijk te blijven werken aan het versterken van passend onderwijs, soepelere doorstroom(mogelijkheden), kansengelijkheid en LOB.