Aanvullende bedragen NPO eerder uitgekeerd

23 februari 2022

Afgelopen week zijn de aanvullende NPO-middelen voor het beroepsgerichte onderwijs en scholen met een hoge achterstandsscore voor schooljaar 2021/2022 aan de besturen uitgekeerd. Deze middelen werden eigenlijk pas in juni van dit jaar verwacht.

Het gaat om een aanvullend bedrag in het beroepsgerichte onderwijs (‘aanvullende bekostiging scholen voor voortgezet onderwijs’) van € 350,58 per leerling en een bedrag van € 1.038,16 per achterstandsscore (‘aanvullende bekostiging scholen voor voortgezet onderwijs met veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand’) die wordt berekend aan de hand van de CBS-indicator voor onderwijsachterstanden.

Geen loon- en prijsbijstelling

Het ministerie van OCW geeft aan dat deze NPO-middelen (alsook het al in december 2021 uitgekeerde bedrag van € 701,16 per leerling aan alle besturen) niet worden aangepast met de loon- en prijsbijstelling. Dit is verrassend omdat de regeling zelf wel aangeeft dat deze middelen zouden worden aangepast aan de loon- en prijscompensatie.

Op de arbeidsmarkttoelage (middelen voor personeel op vestigingen met het grootste risico op onderwijsachterstanden) zal naar grote waarschijnlijkheid wél de loon- en prijsbijstelling worden toegepast. Hierover zal snel duidelijkheid moeten komen.

Aparte bestemmingsreserve in Jaarverslag 2021

Momenteel wordt er door besturen gewerkt aan het jaarverslag over 2021 met hierin ook de verwerking van de in december beschikte en ontvangen NPO-middelen (de € 701,16 per leerling). Deze middelen zijn uiteraard nog niet allemaal besteed en komen daardoor terecht in de reserve. Het eigen vermogen wordt hierdoor -soms fors-  opgehoogd wat gevolgen kan hebben voor de discussie over een mogelijk bovenmatige eigen vermogen.

We roepen onze leden op om, voor de zuiverheid en in het kader van een mogelijke discussie over te hoge reserves, een aparte bestemmingsreserve NPO aan te leggen. Het verkleint het totaal aan eigen vermogen niet, maar maakt wel inzichtelijk welk deel van het eigen vermogen zeer tijdelijk is, namelijk gedurende de looptijd van het NPO.