Advies landelijke norm basisondersteuning aangeboden aan staatssecretaris Paul

In eerste instantie beschrijft de norm welke basisondersteuning scholen moeten kunnen bieden voor drie ondersteuningsgebieden: 1) lees-/spellingsproblemen en dyslexie, 2) (hoog)begaafdheid en 3) taak-/werkgedrag. Het advies moet gezien worden als een startpunt; het ministerie gaat de komende periode bekijken met welke ondersteuningsgebieden de norm nog moet worden uitgebreid. Ouders & Onderwijs en de AOb adviseren hierbij om de norm zo spoedig mogelijk uit te breiden met - in ieder geval - : 1) sociale en emotionele problematiek, 2) rekenproblemen en dyscalculie en 3) moeilijk lerenden.

Uitgangspunt bij de norm die nu is gepubliceerd, is dat de norm valt onder de verantwoordelijkheid van de school en binnen de reguliere bekostiging. Daarnaast is een belangrijk uitgangspunt dat de norm realistisch en haalbaar is voor scholen en dat 80% van de scholen de norm op dit moment al haalt.

Het advies voor de landelijke norm voor basisondersteuning is opgesteld in opdracht van het vorige kabinet. Het kabinet wil tot deze landelijke norm komen om meer uniformiteit te krijgen in welke basisondersteuning scholen leerlingen bieden. De norm verschaft scholen, leraren en ouders ook duidelijkheid over welke ondersteuning minimaal in een school te vinden moet zijn en helpt een grens te trekken tussen hulp die onder de basisondersteuning valt en extra ondersteuning waarbij vaak meer geld en expertise nodig is..

Om te komen tot het advies zijn werksessies georganiseerd, is een enquête uitgezet en is een klankbordgroep ingericht. In de eveneens gepubliceerde eindrapportage over de totstandkoming van de norm wordt de werkwijze/totstandkoming uitgebreid toegelicht. 

Vervolg

Het advies voor een landelijke norm voor basisondersteuning wordt binnenkort aan de Tweede Kamer aangeboden. Het ministerie van OCW start daarnaast een traject om dit advies – al dan niet in aangepaste vorm – in de wet op te nemen. Dit traject neemt vaak minimaal twee jaar in beslag.

De VO-raad adviseert scholen om alvast te kijken hoe zij zich tot deze norm verhouden en kunnen starten met het gebruiken ervan.