Beleidsonderzoek bevestigt opnieuw slechte staat van onderwijshuisvesting

11 april 2021

Het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) onderwijshuisvesting bevestigt dat er veel mis is met de onderwijsgebouwen in Nederland. Minister Slob stuurde het onderzoek op 9 april 2021 naar de Tweede Kamer. Het IBO brengt de problematiek herkenbaar in kaart en komt met interessante adviezen. De ibo-commissie heeft ook met VO-raad, PO-Raad en VNG gesproken.

Onderzoek heeft keer op keer aangetoond dat kwalitatief goed onderwijs vraagt om kwalitatief goede gebouwen. Helaas is er veel mis met de onderwijsgebouwen. Daar is al tientallen jaren te weinig in geïnvesteerd. Dit heeft tot de volgende knelpunten geleid:

  • Schoolgebouwen zijn oud: een schoolgebouw is gemiddeld 40 jaar oud en pas na gemiddeld 69 jaar worden ze vervangen.
     
  • Schoolgebouwen moeten aan steeds meer eisen voldoen: onderwijs ontwikkelt zich )denk aan passend onderwijs) en dat vraagt meer flexibele gebouwen. Heel veel scholen zijn evenwel puur op klassikaal onderwijs gericht.
     
  • Binnenklimaat is een probleem: in wel 80% van de gebouwen schiet het binnenklimaat tekort. Daarbij gaat het niet alleen om de luchtkwaliteit, maar ook om problemen met temperatuur, akoestiek en licht. Een gezond binnenklimaat is gunstig voor de leerprestaties van de leerlingen.
     
  • Verduurzaming is nodig: schoolgebouwen staan voor een grote en dure verduurzamingsopgave. Bij de meeste scholen is het op dit moment slecht gesteld met de energiehuishouding.
     

Meer over deze knelpunten in het Whitepaper Onderwijshuisvesting dat VO-raad en PO-Raad hebben gemaakt.

Welke adviezen geeft het ibo?

Het ibo komt tot de volgende adviezen om de knelpunten aan te pakken. Ze kunnen los van elkaar opgevolgd worden, maar ook in combinatie.

  1. Basis op orde: optimalisatie huidige stelsel
    De hier voorgestelde maatregelen zouden in ieder geval genomen moeten worden. Een daarvan is het in kaart brengen van alle wettelijke eisen die momenteel gelden ten aanzien van onderwijshuisvesting. Een tweede is het precies in kaart brengen van het huidige schoolgebouwenbestand. Verder pleit de commissie voor werken met integrale huisvestingsplannen (IHP’s) en voor versterking van de kennisfunctie.
     
  2. Aanpak verouderde voorraad
    Dit is het belangrijkste advies van de commissie. Zoals deze zelf zegt: “Het aanpakken van de verouderde voorraad betekent dat in één keer verschillende doelen gerealiseerd kunnen worden: verbetering van leerprestaties, verbetering van klimaatprestaties en andere maatschappelijke doelstellingen (zoals kansengelijkheid en inclusiviteit) én het is een economisch duurzame investering.” Dit advies zou in een aantal stappen moeten worden uitgevoerd. Stap 1 is het in kaart brengen van de gebouwenvoorraad. De stappen 2 en 3 hangen af van de bevindingen uit stap 1.
     
  3. Budgetten stroomlijnen: oormerken en eenduidige verantwoordelijkheden
    Dit is gericht op bundeling van budgetten. De ene mogelijkheid is dat gemeenten alle budgetten voor onderwijshuisvesting krijgen, maar die worden dan wel geoormerkt. De andere mogelijkheid is dat (groepen van) schoolbesturen het integrale budget krijgen via doordecentralisatie. In het IHP maken gemeente en schoolbesturen afspraken over realisatie en onderhoud van schoolgebouwen.
     
  4. Centrale bouwcatalogus: verstevigen kwaliteitsborging en versnellen bouw
    Dit advies zet in op standaardisering van gebouwen. Dat leidt tot versnelling en kostenbesparing bij zowel nieuwbouw als renovatie. Het leidt er niet tot dat alle gebouwen hetzelfde uiterlijk krijgen, het gaat om onderdelen van het gebouw die niet meteen het uiterlijk bepalen.
     

De VO-raad werkt al jaren samen met de PO-Raad en de VNG in de Commissie Samenwerkingsagenda, die zich bezighoudt met onderwijshuisvesting. De VO-raad zal samen met deze commissie het ibo-rapport nader bestuderen en dan met adviezen komen. Deze zullen ook geuit worden richting het ministerie van onderwijs en de kabinetsformatie.