Bewindslieden: ‘lumpsum vereist goede verantwoording’

11 mei 2016

Het Nederlandse onderwijsstelsel presteert internationaal gezien bovengemiddeld goed met gemiddelde uitgaven. De keuze voor een bekostiging die voornamelijk als lumpsum wordt uitgekeerd, vloeit voort uit en past bovendien bij de fase waarin het Nederlandse onderwijsstelsel zich bevindt. Dit schrijven de bewindslieden van OCW aan de Kamer in reactie op de motie van het Kamerlid Duisenberg (VVD) over de lumpsumfinanciering. Tegelijkertijd zien de bewindspersonen kansen voor verbetering van de verantwoording over beleidsdoelen die met de inzet van deze lumpsum - maar ook met de middelen uit de Prestatiebox - worden gerealiseerd.

Tijdens de behandeling van de OCW-begroting in het najaar van 2015 werden door verschillende fracties vragen gesteld over de wijze van verantwoording over sectorale beleidsdoelen. Dit resulteerde erin dat het Kamerlid Duisenberg de bewindspersonen in een motie opriep fundamenteel na te denken over de huidige wijze van bekostigen, maar ook over wat er in de verantwoording, over de beleidsdoelen die gerealiseerd worden met deze bekostiging, verbeterd kan worden. Deze motie werd breed gesteund.

De lumpsum werkt, maar verantwoording kan beter

In de Kamerbrief worden op basis van een analyse van bekostigingsmodellen in vergelijkbare landen een aantal alternatieven geschetst voor de lumpsumfinanciering. De meer fundamentele alternatieven worden op basis van een solide onderbouwing afgewezen. De bewindslieden willen de bekostigingswijze als zodanig in stand houden, maar geven aan wel kansen te zien in het gerichter gebruik maken van doelsubsidies en het verbeteren van de openbare informatie. Concreet spreken zij hun ambitie uit op het gebied van:

  • het versterken van de horizontale verantwoording;
  • het beter benutten van bestaande informatie;
  • het op voorhand beter vastleggen van doelen inclusief bijbehorende verantwoordingsplichten.

Vooraf helderheid over verantwoording

De belangrijkste conclusie is volgens de bewindspersonen ‘dat het nodig is om direct bij het vastleggen van een beleidsdoel niet alleen goed te bepalen wat het adequate instrument is, maar ook welke informatie nodig is om de voortgang inzichtelijk te maken’. Landelijke beleidsdoelen moeten op een herkenbare en werkbare manier worden doorvertaald naar het niveau van de instelling. Bij de (tussen)evaluatie van het sectorakkoord VO in 2017 zal deze notie worden meegenomen als uitgangspunt. Daarbij zal ook kritisch worden gekeken naar de huidige vorm van de Prestatiebox. De VO-raad onderschrijft deze conclusie en voert hierover graag het gesprek in 2017.  

Inhoudelijke eisen aan het bestuursverslag?

De jaarrekening wordt opgesteld volgens een vast format. Voor het bestuursverslag is dit niet zo, dit kan ieder bestuur - zo lang het aan de kwaliteitseisen voldoet - op een manier invullen die past bij de eigen organisatie. In de Kamerbrief wordt nog eens onderstreept dat schoolbesturen niet (gelijktijdig) op alle doelen uit het sectorakkoord kunnen inzetten, maar daarin ook keuzes moeten kunnen maken. Het zou daarom volgens de bewindspersonen het overwegen waard zijn om in het bestuursverslag een koppeling te maken met de eigen schoolplannen en toe te lichten hoe het bestuur zich verhoudt tot bepaalde nationale doelstellingen en welke inspanning het daarvoor heeft gepleegd. Zij willen met de sectorraden in gesprek over de manier waarop dit vorm zou kunnen krijgen. De VO-raad staat hier voor open, maar onderstreept daarbij dat het van belang is dat vooraf helderheid wordt gegeven over de manier waarop een schoolbestuur zich moet verantwoorden over een bepaalde afspraak en dat het daarnaast niet leidt tot een onevenredige verhoging van administratieve lasten.

Jaarverslagen online

In de Kamerbrief wordt opnieuw benadrukt dat in het po en vo nog niet alle besturen hun jaarverslag openbaar maken. Vanaf het verslagjaar 2015 is dit een lidmaatschapseis van de VO-raad. De VO-raad roept zijn leden dan ook op om het jaarverslag voor 1 juli 2016 op de website te plaatsen. In de Kamerbrief wordt aangekondigd dat de openbaarmaking van het jaarverslag wettelijk verplicht wordt, als in 2017 blijkt dat de lidmaatschapseis onvoldoende oplevert. 

Update: Op 8 december zijn Tweede Kamerleden geïnformeerd door ambtenaren van het ministerie van OCW over de achtergronden van de Kamerbrief over de lumpsum. De VVD vroeg onder meer naar mogelijkheden om sectorale kengetallen door te vertalen naar verantwoording per schoolbestuur. Het CDA wil weten of het mogelijk is om bandbreedtes op te nemen in de bekostiging voor bepaalde uitgaven. De SP ging een stap verder door te vragen naar de voordelen van oormerking. In 2017 zullen de Kamerleden hierover doorpraten met de bewindspersonen.