Check nieuwe Arbowet: alles op orde?

31 augustus 2017

Per 1 juli 2017 is de nieuwe Arbowet ingegaan. De nieuwe wet heeft consequenties voor het contract met de bedrijfsarts/arbodienst en de rol van de preventiemedewerker en (G)MR in een organisatie. Voor de werkgever betekent dit dat er een aantal dingen moet worden geregeld. De voornaamste punten zijn in onderstaand overzicht beschreven.

Mensen worden steeds ouder en om alle voorzieningen in stand te kunnen houden, moeten mensen langer doorwerken. Het (duurzaam) inzetbaar zijn wordt daarmee van steeds groter belang voor zowel de werkgever als de werknemer. Om de betrokkenheid van werkgevers én werknemers bij de (preventieve) bedrijfsgezondheidszorg te vergroten, zijn daarvoor met ingang van 1 juli 2017 randvoorwaarden geschapen. Hiermee verandert de rol van alle betrokkenen: werkgever, werknemer, bedrijfsarts, preventiemedewerker en (G)MR. De aanpassingen zijn gebaseerd op een advies van de SER: ‘Betere zorg voor werkenden’.

Wat de werkgever moet regelen voor het basiscontract

De nieuwe Arbowet verplicht een ‘basiscontract’ af te sluiten met een arbodienst of bedrijfsarts. In het basiscontract zijn minimumeisen vastgesteld tussen de werkgever en de arbodienstverlener. Naast de bestaande wettelijke taken waarbij er al ondersteuning is (namelijk bij ziekteverzuimbegeleiding, risico-inventarisatie en -evaluatie, periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek en aanstellingskeuring) moet in het basiscontract de ondersteuning voor de volgende wettelijke taken worden vastgelegd:

  • Vrije toegang tot de bedrijfsarts voor werknemers
    In het kader van de duurzame inzetbaarheid verwacht de wetgever van de werknemer een actieve opstelling met betrekking tot zijn eigen veiligheid en gezondheid. Dit betekent dat de werknemers de bedrijfsarts kunnen bezoeken, ook als er nog geen sprake is van ziekteverzuim of klachten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het instellen van een ‘open spreekuur’ waarbij iedere werknemer het recht heeft om – buiten het zicht van de werkgever en collega’s en zonder toestemming van de werkgever – de bedrijfsarts (preventief) te bezoeken.
  • Vrije toegang tot de werkvloer door de bedrijfsarts
    De bedrijfsarts moet de mogelijkheid hebben om elke werkplek te bezoeken. Daarmee kan de bedrijfsarts zich in voorkomende gevallen een goed beeld vormen over de arbeidsomstandigheden en de belasting in het werk.
  • Second opinion voor werknemers
    De werkgever is verplicht om de werknemer de mogelijkheid van een second opinion van een andere bedrijfsarts (van een andere organisatie) te bieden als de werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies. Bedrijfsartsen moeten zo’n verzoek altijd honoreren tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. In het basiscontract moet worden opgenomen welke andere bedrijfsarts(en) of arbodienst(en) deze second opinion uit kan (kunnen) voeren; de werkgever betaalt de kosten van de second opinion.

De second opinion kan alleen worden aangevraagd door de werknemer. Voor de werkgever (en ook voor de werknemer) bestond al de mogelijkheid om een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV. In tegenstelling tot dit deskundigenoordeel (dat vooral is gericht op het beoordelen van de re-integratie inspanningen van alle partijen) is de nieuwe mogelijkheid voor een second opinion erop gericht om de arbeidsongeschiktheid (nogmaals) te beoordelen.

  • Klachtenprocedure van de bedrijfsarts
    Iedere bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben. Dit geldt vanaf nu voor alle bedrijfsartsen, ook als zij werken als zelfstandig bedrijfsarts en niet werkzaam zijn bij een gecertificeerde arbodienst.
  • Overleg van de bedrijfsarts met de (G)MR en de preventiemedewerker
    In het basiscontract moet worden opgenomen dat de bedrijfsarts en arbodienstverleners het recht hebben om te overleggen met de (G)MR en de preventiemedewerker(s). In het basiscontract moet worden vermeld hoe betrokkenen hieraan uitvoering kunnen geven.
  • Melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts
    Het signaleren en melden van beroepsziekten aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten was al een taak van bedrijfsartsen. In het basiscontract moet nu zijn afgesproken dat de bedrijfsarts hier ook tijd aan kan besteden.
  • Adviesrol van de bedrijfsarts
    In de nieuwe Arbowet komt preventie (nog) centraler te staan: de bedrijfsarts adviseert over het toepassen van preventieve maatregelen voor het gezond en veilig werken van werknemers. Het is raadzaam om nu al na te denken over welke preventietaken er bij de bedrijfsarts worden gelegd en hoe overleg hierover wordt vormgegeven. Ook is opgenomen dat de bedrijfsarts adviseert over ziekteverzuimbegeleiding (in plaat van bijstand verleent); dit benadrukt dat de werkgever verantwoordelijk is voor de verzuimbegeleiding.

Al met al krijgen alle partijen met het basiscontract meer mogelijkheden om tijd (en budget) te besteden aan preventie. Het basiscontract betreft een minimum variant en is verder vormvrij. Het is mogelijk om een uitgebreider contract af te sluiten met maatwerkafspraken. De (G)MR heeft instemmingsrecht op het af te sluiten (basis)contract.

De nieuwe Arbowet is ingegaan per 1 juli 2017, maar tot 1 juli 2018 is er de tijd om lopende contracten aan te passen. Nieuwe contracten die vanaf 1 juli 2017 worden afgesloten, dienen direct aan de nieuwe Arbowet te voldoen.

De werkgever behoort de werknemers van de organisatie te informeren over de wijzigingen in de nieuwe Arbowet: wat betekenen deze voor de werknemers en hoe kunnen zij gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden om hun duurzame inzetbaarheid te optimaliseren?

Rol en functie van de preventiemedewerker

Buiten het recht op overleg tussen de (G)MR en de preventiemedewerker met de bedrijfsarts is er een andere maatregel opgenomen om de betrokkenheid van werknemers bij het veilig en gezond werken (verder) te bevorderen: de (G)MR heeft niet alleen instemmingsrecht op het takenpakket van de preventiemedewerker (wat al langer het geval was), maar nu ook instemmingsrecht op de keuze van de persoon en de positie van de preventiemedewerker in de organisatie. In principe hoeft een zittende preventiemedewerker niet opnieuw benoemd te worden met ingang van de gewijzigde Arbowet per 1 juli jl. Maar de (G)MR mag wel van haar initiatiefrecht gebruik maken om een aanstellingsprocedure voor de benoeming van de preventiemedewerker voor te stellen. Bij de keuze van de preventiemedewerker moet niet alleen worden nagedacht over de rol(len) en taken van de preventiemedewerker, maar ook of het een lijn- of staffunctie betreft.

Rol(len) van de preventiemedewerker
We kunnen (globaal gezien) drie rollen van de preventiemedewerker onderscheiden: de preventiemedewerker als contactpersoon (vooral intermediair tussen de eigen organisatie en externe deskundigen), als arbo-coördinator (vooral actieve uitvoerder van het arbobeleid) en als beleidsadviseur (vooral partner in het ontwikkelen van en sturen op arbobeleid in de organisatie). In de praktijk zullen preventiemedewerkers meerdere rollen geheel of gedeeltelijk uitvoeren. Voor een succesvolle invulling van de functie van preventiemedewerker is het raadzaam dat de voor- en nadelen van de verschillende rollen vooraf goed in kaart worden gebracht zodat deze past bij de organisatiekenmerken en de schoolvisie op arbeidsomstandigheden.

Functie van de preventiemedewerker
Met betrekking tot de keuze van een staf- of lijnfunctie, hebben beide voor- en nadelen. Het voordeel van een staffunctie is dat er (organisatie)brede expertise opgebouwd kan worden waardoor er (voldoende) aandacht is voor het thema en het kennisniveau hoog kan zijn. Het voordeel van een lijnfunctie is dat de implementatie van het arbobeleid makkelijk geïntegreerd kan worden in het primaire proces in school.

De rolopvatting met bijbehorende taken en de keuze van een staf- of lijnfunctie hebben ook consequenties voor de keuze van de persoon van preventiemedewerker; deze moet overeenkomen met de ambities, competenties en eigen visie op de rol van preventiemedewerker.

Volgens de Arbowet heeft de preventiemedewerker een aantal belangrijke taken, bijvoorbeeld bij het voorbereiden en (doen) uitvoeren van de risico-inventarisatie en -evaluatie en het geven van voorlichting. Met de invoering van de nieuwe Arbowet, neemt het belang van de preventiemedewerker in de organisatie toe. Om taken effectief uit te kunnen voeren, moet de preventiemedewerker weten wat er speelt op de werkvloer en makkelijk benaderbaar zijn voor werknemers.

Toezicht en handhaving

De Inspectie SZW krijgt meer mogelijkheden om werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen sancties op te leggen bij het niet naleven van de regelgeving. Zo is in de nieuwe Arboregels onder andere opgenomen dat als de werkgever geen (basis)contract heeft, I-SZW de mogelijkheid heeft tot directe boeteoplegging. Ook is geregeld dat op het moment dat er plichtsverzuim is betreffende een aantal arbotaken over te laten aan de bedrijfsarts, dit zal worden aangemerkt als een overtreding.

Meer weten?

• Doelstellingen van de wetswijzingen
• Digitale toolkit ‘Nieuwe Arbowet’van het ministerie van SZW met handige factsheets, documenten en animaties over de veranderingen in de Arbowet. 

Voor vragen kan er tijdens kantooruren worden gebeld met het Servicecenter Veilig, Gezond & Vitaal Werken: 045-579 60 24 of stuur een email naar: info@voion.nl.