Duurzaamheid krijgt voet aan de grond in het onderwijs

22 april 2025

Binnen scholen is er steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Tegelijkertijd zijn veel van de duurzaamheidsinitiatieven in het onderwijs nog ad hoc en kwetsbaar. Dit blijkt uit de Staat van het Duurzaam Onderwijs 2025, die Leren voor Morgen op 14 april jl. publiceerde. Met deze publicatie wil de coöperatie – aanvullend op de Staat van het Onderwijs – een beeld geven van hoe onderwijsinstellingen bezig zijn met duurzaamheid en waar kansen liggen op dit terrein.

Onder veel jongeren en docenten leeft de wens om meer werk te maken van de verduurzaming van het onderwijs, blijkt uit diverse onderzoeken en het manifest dat LAKS in 2024 aanbood aan de VO-raad. Duurzame scholen dragen onder meer bij aan betere leerprestaties en het welbevinden van leerlingen en docenten, zo is hierbij de gedachte. Ook leren jongeren zo over (het omgaan met) maatschappelijke uitdagingen en biedt het hen de kans een bijdrage te leveren aan zaken waar ze zich zorgen over maken.

Groeiende aandacht voor duurzaamheid

Binnen het onderwijs worden ook steeds meer stappen gezet op het vlak van verduurzaming, zo komt naar voren in de Staat van het Duurzaam Onderwijs. Ongeveer een vijfde tot een kwart van de scholen in het funderend onderwijs verweeft duurzaamheidskennis en –competenties inmiddels in het onderwijsprogramma. Ook groeit het aantal initiatieven voor (bij)scholing van docenten op het vlak van duurzaamheid. Verder speelt dit thema vaker een rol in de samenwerking met de omgeving en in de bedrijfsvoering. Bijna de helft van de scholen in het funderend onderwijs heeft besparende maatregelen voor verwarming genomen, 60% gebruikt duurzame verlichting en de helft van de geschikte schooldaken is voorzien van zonnepanelen. In Nederland doen tenslotte inmiddels 126 scholen in het funderend onderwijs mee aan het Eco-Schoolsprogramma om de school te verduurzamen.

Structurele inbedding

Tegelijkertijd is meer nodig om duurzaamheid structureel in het onderwijs in te bedden, zo wordt geconcludeerd. De genoemde activiteiten die scholen ondernemen op het gebied van duurzaamheid – bijvoorbeeld als het gaat om het curriculum of het personeelsbeleid - vinden veelal nog ad hoc plaats. In veel gevallen is er op school nog geen structurele visie of beleid op het vlak van duurzaamheid, of worden weinig capaciteit en middelen beschikbaar gemaakt om een visie ten uitvoer te brengen. De vergelijking met andere Europese landen leert bovendien dat Nederland relatief weinig vastlegt in (wettelijke) kaders, richtlijnen, beleid of systemen. Dit maakt de aandacht voor duurzame activiteiten ook in het onderwijs kwetsbaar.  

Momenteel wordt in een samenwerkingsverband van verschillende ministeries gewerkt aan een ondersteuningsstructuur voor scholen rond duurzaamheid.