Ethisch kompas nodig bij digitalisering funderend onderwijs

22 januari 2020

Wat gebeurt er met de verhouding tussen mens en machine bij de toepassing van nieuwe technologieën? Welk effect heeft het gebruik van technologie op gelijke (digitale) kansen? Wat voor gevolgen hebben big data en big tech op de onafhankelijkheid van ons onderwijs? Met de publicatie Waarden Wegen geeft Kennisnet scholen en besturen handvatten om zelf antwoorden op die vragen te formuleren door het gesprek aan te gaan over technologieën die gebruikt worden of die de school wil gebruiken.

Digitale toepassingen bieden tal van mogelijkheden voor het funderend onderwijs. Leerlingvolgsystemen maken het gemakkelijker de voortgang van leerlingen te monitoren. Leerlingadministratiesystemen bieden leerlingen en ouders de mogelijkheid om plaatsonafhankelijk actuele cijfers in te zien. In het buitenland wordt in toenemende mate kunstmatige intelligentie (AI) ingezet om leerlingen op maat te bedienen en leeropbrengsten te verhogen. Toch kleven er ook ethische vraagstukken aan deze ontwikkelingen: wat is het effect van ‘altijd aan staan’ op de leerling? Welke belangen hebben (edu)techbedrijven bij de data die worden gegenereerd? Waarden Wegen beargumenteert dat ethische waarden zwaarder moeten wegen dan nu bij de keuze om een technologische toepassing wel of niet te gebruiken. Aan de hand van enkele voorbeelden laat Kennisnet zien welke processtappen scholen moeten doorlopen om die vragen te beantwoorden.

Vraagtekens bij kunstmatige intelligentie in onderwijs

De publicatie van Kennisnet komt op een belangrijk moment. Het funderend onderwijs staat aan de vooravond van de introductie van AI. In het buitenland (VS, China, Midden-Oosten en het Verenigd Koninkrijk) zien we dat kunstmatige intelligentie al zijn weg heeft gevonden naar de klaslokalen. In Nederland moeten we vraagtekens plaatsen bij de wenselijkheid daarvan.

Natuurlijk bieden technologische toepassingen voordelen in termen van motivatie, efficiëntie en leeropbrengsten, maar er kleven ook nadelen aan. Dat zit niet alleen in de privacy van leerlingen. Je moet je afvragen welke biases in algoritmen zitten, wat het effect van technologieën op leerlingen is en welke (commerciële) belangen de ontwikkelaar heeft. Die waarden kunnen botsen met onze (publieke) waarden in het funderend onderwijs.

Voldoen aan onze spelregels

Samen met bestuurders uit het PO en VO werken we daarom aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijk waardenkader. Onze stelling is dat nieuwe technologieën van toegevoegde waarde kunnen zijn als zij binnen dit waardenkader passen. Alleen door samen te werken kunnen we bij grote (internationale) aanbieders afdwingen dat nieuwe technologieën voldoen aan onze spelregels. Het waardenkader verwachten we rond de zomer klaar te hebben. De publicatie van Kennisnet en het waardenkader bieden de juiste tools om binnen scholen en op sectorniveau het noodzakelijke gesprek aan te gaan over het gebruik van technologie.