Groot aantal basisscholieren presteert slechter door armoede
26 mei 2025
Uit het onderzoek van het Jeugdeducatiefonds komt naar voren dat ongeveer een op de vier basisschoolleerlingen kampt met geldzorgen thuis. Dit zorgt bij hen voor stress, concentratiegebrek en/of oververmoeidheid doordat ze slecht slapen. Sommige leerlingen hebben zelfs geen eigen bed; vorig schooljaar vroegen basisscholen 229 keer een bed of bureau aan voor een leerling. Ook kunnen lang niet alle ouders bijvoorbeeld voldoende gezonde voeding, een bril of fiets voor hun kind betalen en is er niet altijd geld voor bijles of huiswerkbegeleiding. Doordat ook de vrijwillige ouderbijdrage vaak niet kan worden betaald door armere gezinnen, zien de scholen die veel leerlingen uit deze gezinnen in de klassen hebben, zich verder soms genoodzaakt excursies te schrappen. Dit terwijl juist de leerlingen uit armere gezinnen buiten school nauwelijks kunnen deelnemen aan dit soort leerzame uitjes.
Het gevolg van dit alles is dat leerlingen die opgroeien in armoede, minder ontwikkelingskansen hebben en vaak minder goed presteren op school dan dat zij zouden doen als ze thuis geen armoede zouden kennen. Ze hebben een ongelijke startpositie ten opzichte van andere leerlingen, die uit gezinnen zonder armoede komen.
Het onderzoek concentreert zich op het po, maar uit eerdere onderzoeken komt een soortgelijk beeld voor het vo naar voren. Ook stromen de basisschoolleerlingen – sommigen op korte termijn – door naar het vo.
Bezuinigingen treffen deze leerlingen extra hard
Recent stelde de Onderwijsraad dat scholen, de Rijksoverheid en gemeenten actie moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat jongeren die opgroeien in armoede, volwaardig aan het onderwijs kunnen deelnemen. Een van de aanbevelingen was om de structurele ondersteuning van jongeren in armoede te versterken en in dit kader ook te investeren in het onderwijskansenbudget. Echter, de kort daarna gepubliceerde Voorjaarsnota maakte duidelijk dat het kabinet er juist voor kiest om deze middelen uit deze Onderwijskansenregeling weg te bezuinigen. Voor sommige scholen betekent dit een verlies van meer dan 10% van hun begroting, middelen die werden besteed aan de ondersteuning van leerlingen in een kwetsbare positie (waaronder leerlingen die opgroeien in armoede). Hiermee wordt het de sector vrijwel onmogelijk gemaakt om deze leerlingen een extra steuntje in de rug te geven en hen gelijkere kansen te bieden. Terwijl dit - zoals het onderzoek van het Jeugdeducatiefonds opnieuw laat zien – nog heel hard nodig is.