Inspectie vraagt aandacht voor hobbels in schoolloopbanen nieuwkomers en leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

25 april 2022

Nieuwkomersleerlingen en leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte ervaren in vergelijking met andere leerlingen meer hobbels in hun schoolloopbaan; het is goed om hier nader onderzoek naar te doen en met scholen te kijken wat zij kunnen doen om de kansen van deze groepen te versterken. Dit bepleit de Onderwijsinspectie op basis van eigen onderzoek. Eerder verscheen een aantal resultaten hiervan in de Staat van het Onderwijs en nu zijn hierover twee factsheets gepubliceerd.

Nieuwkomersleerlingen

Uit het onderzoek van de Inspectie naar de schoolloopbaan van nieuwkomersleerlingen blijkt dat er grote verschillen zijn met die van niet-nieuwkomers. Zo krijgen ze relatief gezien vaker een lager definitief basisschooladvies, doen ze vaker een jaar over en wisselen ze vaker van school. Oorzaken die hiervoor worden genoemd zijn anderstaligheid en ouders die vaak minder steun kunnen geven of minder goed de weg kunnen vinden in het onderwijssysteem.

Positief is dat nieuwkomersleerlingen relatief gezien vaker opstromen en een diploma halen boven het niveau van het basisschooladvies. Maar het onderzoek laat wel zien dat extra aandacht nodig is voor deze groep leerlingen, om hun kansen tijdens hun schoolloopbaan te vergroten. Volgens de Inspectie is gerichte ondersteuning nodig, niet alleen in de eerste jaren maar gedurende hun hele schoolcarrière in het vo. De Inspectie wil met leraren, directeuren en bestuurders kijken hoe zij hieraan kunnen bijdragen.

De VO-raad ontwikkelde een brochure met hierin maatwerkmogelijkheden voor nieuwkomers in het vo.


Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Uit het onderzoek naar de schoolloopbaan van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, komt eenzelfde beeld naar voren als in het bovenstaande onderzoek. Ook deze leerlingen ervaren extra hobbels ten opzichte van andere leerlingen. Ze krijgen bijvoorbeeld relatief vaker een toetsadvies dat hoger is dan het schooladvies, maar dit schooladvies wordt niet vaker herzien. In het vo blijven zij ook relatief vaker zitten en stromen ze minder vaak door naar het vervolgonderwijs.  

Bij deze groep speelt de vraag of deze verschillen te verwachten zijn vanwege de extra ondersteuningsbehoeften van leerlingen, of dat de kwaliteit van de extra ondersteuning mogelijk verbetering behoeft. De Inspectie gaat de komende jaren onderzoek doen naar de kwaliteit van de extra ondersteuning in het po, vo en (v)so.   

Binnen het Steunpunt Passend Onderwijs is er specifiek aandacht voor het (extra) ondersteunen van deze groep leerlingen rond de overgangsmomenten. In het bijzonder willen we hierbij verwijzen naar de handreiking ‘Overgang vo-mbo’ en handreiking ‘Overgang vo-ho’ en de website vanponaarvo.nl met veelgestelde vragen en antwoorden over de overgang po-vo voor deze leerlingen (zie vraag 14).