Kamer wil koppeling van middelen voor onderwijs en zorg

03 april 2019

De Tweede Kamer heeft drie moties aangenomen na het debat met de ministers Slob (OCW) en De Jonge (VWS) over onderwijs en zorg. De moties hebben betrekking op Ernstig Meervoudig Beperkte Leerlingen (EMB), een aanspreekpunt op elke school voor leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning en over maatwerk op bijvoorbeeld zorgboerderijen.

Motie bekostiging onderwijs ernstig meervoudig beperkingen

Om de toekenning van onderwijsmiddelen voor leerlingen met ernstig meervoudig beperkingen te vereenvoudigen, vragen de (coalitie)-partijen om onderwijs voor deze kinderen op basis van landelijke criteria met een toelaatbaarheidsverklaring met de hoogste bekostigingscategorie voor de duur van de hele schoolloopbaan. Daarnaast wordt in dit kader gevraagd om een koppeling van de middelen voor onderwijs en zorg. Bijzonder is dat deze motie door de coalitiepartijen is ingediend. In het regeerakkoord is al gevraagd om een regeling voor zorg in onderwijstijd, onder andere voor deze leerlingen.

De VO-raad erkent dat het voor een (groot) deel van EMB-leerlingen erg ingewikkeld is om alle bureaucratie te regelen om onderwijs te kunnen volgen. Bij deze uitwerking, waarvoor het ministerie in overleg gaat met de samenwerkingsverbanden, moet goed onderzocht worden om welke leerlingen het gaat en wat de gevolgen van deze motie zijn. De koppeling van middelen voor onderwijs en zorg is een wens die de VO-raad nadrukkelijk deelt met de Tweede Kamer. In zijn advies ‘Met andere ogen’ pleit kwartiermaker René Peeters ook al voor ‘poreuze randen aan budgetten’, zodat voor leerlingen goede combinaties kunnen worden gemaakt als extra ondersteuning in onderwijs én zorg nodig is.

Aanspreekpunt voor leerlingen met ondersteuningsbehoefte

De Kamer nam een motie aan van de PvdA en GroenLinks die de regering verzoekt ervoor te zorgen dat op elke school een aanspreekpunt is voor leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning. Als voorbeeld wordt de zorgcoördinator genoemd. Als VO-raad gaan we ervan uit dat er op elke VO-school al een aanspreekpunt voor leerlingen is.

Doorzettingsmacht inspectie voor samenwerking

Een aangenomen motie van de SP heeft betrekking op leerlingen die (tijdelijk) niet in staat zijn om naar school te gaan en voor wie dagbesteding geregeld is zoals bijvoorbeeld een zorgboerderij. Meestal is in deze gevallen geen sprake van onderwijs, dat wil zeggen dat er geen onderwijs verzorgd wordt onder verantwoordelijkheid van een school of schoolbestuur. De motie vraagt om bij de onderwijsinspectie doorzettingsmacht te beleggen om scholen te dwingen de samenwerking met deze initiatieven aan te gaan. De VO-raad is ervoor om onderwijs-zorgarrangementen mogelijk te maken. Los van de personele invulling van onderwijs op een dergelijke kleinschalige vestiging, ziet de VO-raad meer in het bevorderen van afspraken tussen onderwijs en zorg dan in het afdwingen via de onderwijsinspectie.

De VO-raad ziet – net als de PO-raad – een zorgboerderij als een (veelal tijdelijk) arrangement en niet persé als een officiële ‘school’ of nevenlocatie van een school. Een dergelijke onderwijslocatie zal namelijk vaak niet helemaal kunnen voldoen aan de eisen van de Inspectie van het Onderwijs. Zo ontbreken gym- en praktijklokalen en is het erg kostbaar om voor een groep van bijvoorbeeld slechts vijf kinderen een bevoegde leerkracht aan te nemen. Door het lerarentekort zijn die nu bovendien ook moeilijk te vinden.