Kinderombudsman: grote kloof tussen gelukkige en kwetsbare kinderen

10 april 2019

De kloof tussen gelukkige en kwetsbare kinderen wordt groter. Dat blijkt uit het Jaarverslag 2018 van de Kinderombudsman dat Margrite Kalverboer op 10 april 2019 presenteerde.

Op basis van gesprekken en kwantitatief onderzoek 2018 constateert de Kinderombudsman dat het met de meeste kinderen in Nederland goed gaat. Toch gaat het met vijf tot tien procent niet goed, dat zijn tussen de 170.000 en 240.000 kinderen. Het gaat dan om problemen thuis en/of op school, problemen met jeugdhulp, armoede, volwassen zorgen op jonge leeftijd.

Kloof wordt groter zonder passende zorg en onderwijs

Gemiddeld krijgt het leven een 7.7, bij kinderen zonder problemen een 8.0, bij de tien procent die ontevreden is over de zekerheid en stabiliteit in hun leven een 3.8. Deze laatste groep heeft minder vertrouwen in de mensen om hen heen én in de toekomst. Als deze kinderen geen passend onderwijs of zorg krijgen of moeten wachten op hulp en ondersteuning, wordt de kloof alleen maar groter.

Juist de kinderen die het hardst hulp nodig hebben, krijgen die vaak niet of te laat. Naast discussies over de financiering en werkdruk in de jeugdhulp en bij leraren, wordt als belangrijke verklaring gegeven dat óver hen wordt gepraat en niet mét hen. De kinderombudsman is in 2018 begonnen met de ontwikkeling van een handreiking voor beleidsmakers, bestuurders en professionals en zal dit in 2019 afronden.

Meldingen: onderwijs op plek 2

Jaarlijks komen bij het bureau van de Kinderombudsman veel signalen binnen zoals klachten en informatieverzoeken. Van de 1998 meldingen ging 28% over jeugdhulp, 22% over onderwijs en 14% over de omgang van kinderen met hun ouders na een scheiding.