KNAW: meer academici nodig als leraar

23 augustus 2017

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) wil academici stimuleren te kiezen voor een baan in het onderwijs. Het lerarentekort in het vo is voor sommige vakken nu al nijpend, terwijl de komende jaren het aandeel academisch geschoolde leraren in het vo verder afneemt. De VO-raad schaart zich achter de aandacht die de KNAW vraagt voor het lerarentekort en het belang van academisch geschoolde eerstegraadsleraren in het voortgezet onderwijs. De oproep sluit aan bij het Actieplan Leraren dat de VO-raad, mede als antwoord op het lerarentekort, in 2016 presenteerde.

In een position paper stelt de KNAW diverse oplossingsrichtingen en maatregelen voor om meer studenten naar de universitaire lerarenopleidingen te krijgen, de lerarenopleidingen beter te maken en jonge leraren in het voortgezet onderwijs te houden. Eén van de voorstellen is om een lager collegegeld te hanteren voor het extra jaar dat studenten moeten studeren. Ook moeten universitaire studenten wat betreft de akademie tijdens de reguliere studiejaren alvast educatieve vakken kunnen volgen. Daarnaast vindt de KNAW dat universiteiten extra zouden moeten benadrukken dat het leraarschap interessant en waardevol is.

Afwisseling

Net als de VO-raad ziet de KNAW het belang om binnen het leraarsvak meer afwisseling mogelijk te maken en meer ontwikkelmogelijkheden te creëren voor leraren. Eén van die mogelijkheden is het combineren van het vak van leraar met het doen van onderzoek op de universiteit, zoals de KNAW voorstelt. De VO-raad ziet daarnaast ook andere aantrekkelijke ontwikkelpaden voor leraren, bijvoorbeeld op het gebied van het begeleiden en opleiden van collega’s of het ontwikkelen van onderwijs.

Betere toegang tot halen lesbevoegdheid

Er is de afgelopen jaren veel gebeurd om te zorgen voor meer universitair opgeleide leraren, zoals het traject Eerst de Klas, dat de komende jaren wordt voortgezet. Daarnaast werkten de universitaire lerarenopleidingen aan een verdere flexibilisering van en maatwerk in de opleidingen. Ook spreekt de VO-raad met zowel de wo- als hbo-lerarenopleidingen over een intensivering van de samenwerking met vo-scholen rond samen opleiden en de begeleiding van startende leraren. Dat gesprek moet op korte termijn leiden tot concrete afspraken over de samenwerking tussen lerarenopleiding, faculteit en school.

Tegelijk steunt de VO-raad de oproep van de KNAW aan het ministerie en de universiteiten om barrières voortvarend weg te nemen voor potentiële kandidaten die vanuit een verwante universitaire opleiding instromen in een lerarenopleiding. Het huidige systeem van de wettelijk bepaalde toelatingseisen tot de universitaire lerarenopleiding sluit niet meer aan bij de realiteit van het volgen van brede bacheloropleidingen. De studenten die een brede opleiding volgen, zijn op dit moment niet toelaatbaar tot de universitaire lerarenopleiding omdat zij niet zouden voldoen aan de vakinhoudelijke toegangseisen. Dit betekent dat een grote groep studenten verloren gaat voor het voortgezet onderwijs.

De VO-raad pleit voor aanpassing van de toelatingseisen, waarbij ruimte is voor assessments die de geschiktheid voor het beroep kunnen bepalen. Van universitair opgeleide aankomend leraren mag verwacht worden dat zij de ambitie hebben om zichzelf te ontwikkelen, mocht het schorten aan de vakinhoud. Flexibele lerarenopleidingen kunnen hierbij voorzien in trajecten op maat.