Leerplicht: minder strafzaken, meer zorg verlenen

07 november 2018

In 2018 zijn er beduidend minder ouders die voor de rechter moeten verschijnen vanwege schoolverzuim van hun kind. Cijfers van de Raad voor de Rechtspraak die het Algemeen Dagblad opvroeg maken duidelijk dat er vorig jaar nog 3240 zaken waren, terwijl het verwachte aantal dit jaar rond de 2600 gaat uitkomen, een daling van 19%.

Justitie en leerplicht zijn tot inkeer gekomen waar het gaat om het bestraffen van spijbelaars. Ze merken dat het lang niet altijd zin heeft om jongeren en/of hun ouders een taakstraf of fikse boete (maximaal 3700 euro) op te leggen.

Het Openbaar Ministerie (OM) constateert dat jongeren die spijbelen vaak met meerdere problemen worstelen, niet alleen in het onderwijs maar ook thuis. Het schoolverzuim is daarvan een symptoom. Het werkt dan beter om zorg te verlenen dan om te straffen, stellen ze. Vorig jaar maart maakten betrokken partijen, waaronder het OM en leerplichtambtenaren, afspraken over de nieuwe koers. Ze leggen alleen nog straffen op als leerlingen op geen enkele andere manier terug naar school zijn te krijgen en vrijwillig niet willen meewerken.

Carry Roozemond van Ingrado (de vereniging van leerplichtambtenaren) pleit in het AD-artikel ervoor om leerlingen van tevoren te laten zien waarom het belangrijk is om naar school te gaan. Dat is beter dan straffen. "Ik ervaar dat vooral kinderen uit lagere sociaal-economische klassen geraakt worden door vervolging om leerplichtverzuim. Ik heb gevallen gezien waarbij ik me afvroeg of de school niet veel eerder in had moeten grijpen. Neem eenoudergezinnen, waar de ouder ’s ochtends vroeg weg moet om te gaan werken. Als de school pas in een laat stadium contact opneemt, kan verzuim lang onopgemerkt blijven.’’