Minister: 'Passend onderwijs zeker niet mislukt'

26 juni 2018

Minister Slob vindt Passend onderwijs zeker niet mislukt, zo schrijft hij op 25 juni 2018 in een brief aan de Tweede Kamer over de twaalfde voortgangsrapportage over Passend Onderwijs. Slob deelt wel de zorgen die er in het onderwijsveld leven. De minister wil knelpunten aanpakken om de ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben beter te organiseren.

De minister presenteert in de rapportage een probleemanalyse passend onderwijs in vijf thema’s:

  1. Passend onderwijs gaat nog te weinig over ondersteuning van leraren en leerlingen
  2. De term passend onderwijs wekt hoge verwachtingen
  3. Niet alles wat aan passend onderwijs wordt toegeschreven, wordt er ook door veroorzaakt
  4. Het is niet altijd duidelijk wat we van samenwerkingsverbanden verwachten
  5. Passend onderwijs schuurt op de grenzen van het onderwijs en het zorgstelsel
     

De minister gaat in zijn brief terug naar de basis van passend onderwijs: Wat hebben leerlingen nodig? Wat hebben leraren en scholen nodig om dat te kunnen organiseren? En hoe kan het samenwerkingsverband ze daarbij het beste ondersteunen?

Oplossingen voor deze thema's wil minister Slob vormgeven in drie lijnen:

  1. Eigenaarschap bij de scholen door ze te ondersteunen bij het opnieuw definiëren en levend houden van schoolondersteuningsprofielen. Hij wil ook de medezeggenschap op de begroting bij het ondersteuningsplan verbeteren en roept scholen en samenwerkingsverbanden op om overmatige administratie aan te pakken.
  2. Betere informatievoorziening voor scholen, ouders en leraren is een belangrijk verbeterpunt. Scholen moeten meer inzicht krijgen in de beschikbare middelen. De minister zal voor een beter passend aanbod van scholen, hen meer ruimte en mogelijkheden geven zoals het tijdelijk afwijken van onderwijstijd. Ook moet informatie over de ondersteuning voor ouders beter vindbaar worden.
  3. Aanscherpen van de taken, verwachtingen en governance van samenwerkingsverbanden door hen meer inzage te geven in hun gegevens en door intern toezicht bij samenwerkingsverbanden te verbeteren. Na de zomer van 2018 wil de minister met ouders, leraren, scholen, besturen, samenwerkingsverbanden en gemeenten in gesprek om de maatregelen uit te werken en in te vullen.
     

Vervolg en evaluatieplanning

Minister Slob wil met deze maatregelen een signaal afgeven dat er serieuze verandering nodig is. Hij gaat ervan uit dat deze stappen een impuls geven aan de uitvoering en verdere implementatie van passend onderwijs.

De Tweede Kamer besteedt deze en volgende week in diverse overleggen aandacht aan de voortgangsrapportage.

Zoals bij invoering van de wet is toegezegd, zal er na afloop van de implementatieperiode in 2020 een eindevaluatie plaatsvinden. De voorbereidingen voor deze evaluatie zijn al in gang gezet, de onderzoeken die NRO heeft uitgevoerd en nog zal uitvoeren vormen hiervoor de basis. Ook de Onderwijsraad zal in 2019 opnieuw over passend onderwijs adviseren. Daarnaast zal de inspectie het komende jaar een themaonderzoek uitvoeren naar samenwerkingsverbanden. Ook de resultaten hiervan komen in 2020 beschikbaar. Als uit de evaluatie blijkt dat bovenstaande maatregelen niet afdoende werken, zal de minister niet schromen om in te grijpen.

Strategische visie Praktijkonderwijs

De Sectorraad Praktijkonderwijs heeft in gesprek met de scholen voor Praktijkonderwijs, de VO-raad, maatschappelijke partners en het ministerie van OCW een strategische visie ontwikkeld met de titel: “Praktijkonderwijs biedt jongeren in een kwetsbare positie perspectief op werk!”. Deze strategische visie is geen statisch document; deze behoeft uitwerking in actieprogramma’s en werkagenda’s. De sectorraad wil het komende schooljaar gebruiken om deze uitwerking met partners vorm te geven. Van VO-raad tot gemeenten, van werkgevers tot ministeries.