Ministers willen meer mogelijkheden om in te grijpen bij scholen

06 juni 2019

Hoewel het instrumentarium van de overheid om toezicht te houden op de scholen voldoet, stellen de ministers Van Engelshoven en Slob in een brief aan de Kamer vier extra maatregelen voor om te kunnen ingrijpen wanneer nodig. In een eerste reactie zegt de VO-raad er begrip voor te hebben dat de overheid in extreme situaties moet kunnen optreden. Wel wil de raad in overleg met de minister over hoe en wanneer je dit instrumentarium inzet. En: hoe het zich verhoudt tot het interne toezicht in de school.

In de Kamerbrief verwijzen de ministers naar incidenten als de examen-problemen bij LVO Maastricht en rond het Haga Lyceum. ‘De afgelopen tijd hebben wij meerdere keren met uw Kamer gesproken over een aantal ernstige incidenten. Daarbij is gebleken dat wij niet in alle gevallen snel en adequaat kunnen optreden wanneer de onderwijskwaliteit of veiligheid van leerlingen in het geding is. Ons instrumentarium en dat van de Inspectie van het onderwijs is daarvoor niet toereikend.’

‘Zoals gezegd voldoet het instrumentarium in de meeste gevallen. Er zijn echter uitzonderlijke situaties waarbij dit niet het geval is. Wij constateren dat wij onze verantwoordelijkheid om in te kunnen grijpen wanneer onderwijs niet voldoet aan de deugdelijkheidseisen niet in alle gevallen (voldoende) kunnen waarmaken. Onze grondwettelijke verantwoordelijkheid komt hiermee in het geding. Daarom is dan ook een uitbreiding van het instrumentarium nodig.’

De ministers stellen vier aanvullende instrumenten voor:

  • Introductie aanwijzing in spoedeisende gevallen
  • Uitbreiding definitie wanbeheer
  • Aanscherpen Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen
  • Beëindiging bekostiging funderend onderwijs.