Onderwijsinspectie: onderwijs op afstand vergroot achterstanden

13 mei 2020

Scholen zetten zich zoveel mogelijk in om extra aandacht te geven aan specifieke groepen leerlingen, toegespitst op waar dit nodig is. Toch raken leerlingen met leerachterstanden of met een moeilijke thuissituatie door het onderwijs op afstandverder achterop ten opzichte van de rest. Dat concludeert de Onderwijsinspectie in een monitoronderzoek onder 865 scholen.

Door telefonisch in gesprek te gaan met besturen, scholen en instellingen uit de sectoren po, vo, so, mbo en ho verzamelde de inspectie informatie over wat besturen, scholen en instellingen in de periode van schoolsluiting tijdens de coronacrisis doen om het onderwijs zo goed mogelijk te continueren.

Enorme betrokkenheid, inzet en flexibiliteit

Als positieve aspecten benoemden scholen onder meer de enorme betrokkenheid, inzet en flexibiliteit van het personeel. Uit de monitor blijkt verder dat scholen met vrijwel alle leerlingen contact hebben sinds zij niet meer naar school kwamen; voor acht op de tien vmbo-afdelingen was dit minstens een keer per dag het geval. Op havo/vwo-afdelingen negen op de tien keer.

Op vmbo-scholen nam een grote meerderheid van de leerlingen die afstandsonderwijs volgde, volledig deel: 79% van de scholen gaf aan dit (vrijwel) alle leerlingen betrof, voor 20% van de scholen was dat ongeveer driekwart. Op havo/vwo afdelingen lag dit percentage nog hoger: 92% van de scholen gaf aan dit (vrijwel) alle leerlingen betrof, voor 8% van de scholen was dat ongeveer driekwart. Voor het deel dat niet volledig deelnam, noemden scholen als grootste belemmeringen een gebrek aan motivatie, moeite met zelfstandig gedisciplineerd werken en het ontbreken van een geschikte omgeving om geconcentreerd te werken.

VO-scholen verschillen in de mate waarin zij leerlingen hebben die extra aandacht vragen. Zo benoemde een ruime meerderheid van de scholen dat zij extra aandacht gaven aan leerlingen uit problematische gezinssituaties. Een meerderheid van de scholen gaf aan ook extra aandacht te geven aan leerlingen met specifieke zorgbehoeftes vanwege psychische of gedragsproblemen en leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftes vanwege cognitieve belemmeringen of specifieke leerproblemen. Die extra aandacht vertaalde zich voornamelijk in intensiever contact met leerlingen of ouders/verzorgers – soms via externe instanties zoals leerplicht of jeugdzorg – en in individuele ondersteuning op school.

Motivatiegebrek bij leerlingen, werkdruk bij docenten

Als voornaamste belemmeringen in het organiseren en uitvoeren van afstandsonderwijs noemden scholen een gebrek aan motivatie bij leerlingen, de werkdruk bij docenten en een gebrek aan persoonlijk contact met de leerlingen.

De inspectie is voornemens om voor de zomervakantie en in het najaar de besturen, scholen en instellingen opnieuw te benaderen over de situatie op dat moment. In het voorjaar van 2021 zal hierover worden gerapporteerd in de jaarlijkse Staat van het Onderwijs.