Onderzoek toont interesse van docenten in schoolleiderschap

15 april 2021

Onder leraren in het voortgezet onderwijs is er behoorlijk wat interesse om schoolleider te worden. Dit is ook terug te zien in de instroom van schoolleiders, 7 op de 10 schoolleiders stromen door vanuit een andere functie in het vo. Dat blijkt uit een recent verschenen arbeidsmarktonderzoek naar schoolleiders in het voortgezet onderwijs. Het onderzoek geeft (nog) geen definitief uitsluitsel over een schoolleiderstekort in het voortgezet onderwijs. De vacature-intensiteit, het aandeel vacatures dat wordt vervuld en het aandeel moeilijk vervulbare vacatures geven enkel een indicatie van krapte op de arbeidsmarkt voor schoolleiders.

Om meer inzicht te krijgen in de arbeidsmarkt voor schoolleiders in het voortgezet onderwijs, de vraag naar en het aanbod van nieuwe schoolleiders en in het imago en de interesse voor het schoolleidersberoep heeft Voion op verzoek van de VO-raad, VO-academie, het Schoolleidersregister VO, het Netwerk van Schoolleiders en het Ministerie van OCW een arbeidsmarktonderzoek laten uitvoeren. Hiervoor zijn data van de Dienst Uitvoering Onderwijs en uit de laatste vijf edities van de Arbeidsmarktbarometer po, vo en mbo gebruikt. Daarnaast is een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder twee panels (leidinggevenden in andere sectoren en leraren) en zijn secundaire data uit het WERKonderzoek geanalyseerd.


Werkgelegenheid

De werkgelegenheid voor schoolleiders is in de periode 2013-2019 afgenomen met ruim 7 procent. Een duidelijke verklaring hiervoor ontbreekt. Er is in diezelfde periode sprake geweest van een verdere feminisering van de beroepsgroep: het aandeel vrouwelijke schoolleiders is toegenomen van ruim 30 procent tot bijna 39 procent. Daarnaast is ook het aandeel jongere schoolleiders toegenomen. Het aandeel schoolleiders dat jonger is dan 45 jaar is in de periode 2013-2019 gestegen van circa 19 procent naar bijna 27 procent.

Nieuwe schoolleiders stromen voor een groot deel door vanuit andere functies binnen het voortgezet onderwijs. Iets minder dan een derde van de nieuwe schoolleiders komt van buiten het voortgezet onderwijs. Nog onbekend is uit welke sector zij afkomstig zijn. Deels kan het gaan om schoolleiders uit het po of mbo.

Schoolleiderstekort

De beschikbare informatie geeft een beeld van vraag en aanbod naar schoolleiders, maar dat beeld is onscherp. De vacature-intensiteit, het aandeel vacatures dat wordt vervuld en het aandeel moeilijk vervulbare vacatures zijn indicaties van krapte op de arbeidsmarkt. Precieze informatie over een eventueel overschot of tekort aan schoolleiders is echter niet voorhanden, zo blijkt uit het onderzoek. Om te bepalen of er de komende jaren een tekort verwacht kan worden, is daarom nader onderzoek nodig, aangezien meer specifieke data op dit moment niet voorhanden zijn.

Imago en interesse

Een grotere invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de kwaliteit van het onderwijs zijn motieven voor leraren om het schoolleiderschap te overwegen. Ook zien veel leraren het als een interessante en uitdagende functie. Voor potentieel geïnteresseerden (leidinggevenden buiten het onderwijs met minimaal een hbo-diploma) is de maatschappelijke relevantie van het werk de belangrijkste beweegreden.

Ruimte om een opleiding te kunnen volgen, de mogelijkheid om de functie als onderdeel van een duo te vervullen en de mogelijkheid om de functie te combineren met een andere functie kunnen het schoolleiderschap aantrekkelijker maken voor leraren. Voor veel potentieel geïnteresseerden zou het helpen wanneer ze het werk als schoolleider eerst kunnen proberen. Ook een hoger salaris, goede mogelijkheden om werk en privé te combineren en meer begeleiding zijn factoren die een rol spelen in de overweging.

Werkdruk is voor leraren de belangrijkste reden om het schoolleiderschap niet te overwegen. Voor potentieel geïnteresseerden vormen (gepercipieerde) regels en procedures, een relatief laag salaris en hoge werkdruk belemmeringen.

Aanbevelingen

Om de instroom van leraren en zij-instromers in het schoolleiderschap te bevorderen doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen. Zo kan het bieden van scholing en uitgebreide professionaliseringsactiviteiten binnen een schoolbestuur of kweekvijvertrajecten voor schoolleiders zorgen voor een sterkere aantrekkingskracht. Dit advies sluit ook aan bij adviezen uit het recent gepubliceerde onderzoek van Ecorys en Mooz naar de begeleiding van startende schoolleiders. In 2017 werden besturen ook al opgeroepen om te investeren in het aantrekken van nieuw talent.

Om structureel aandacht te schenken aan de aantrekkelijkheid van het schoolleiderschap kunnen maatregelen worden opgenomen in het personeelsbeleid van de school. Om de komende jaren extra stappen te maken kunnen schoolbesturen het geld benutten dat het kabinet als onderdeel van de afhechting van het Sectorakkoord ter beschikking stelt in 2021 en 2022. Handvatten om hiermee aan de slag te gaan vindt u in het stappenplan strategisch personeelsbeleid 2021/2022.