Onderzoek UvA: steun voor democratie groot onder scholieren, vmbo’ers voelen zich wel minder vertegenwoordigd

De steun voor de representatieve democratie is groot onder middelbare scholieren (ongeacht hun achtergrond, regio of onderwijsrichting). Wel voelen leerlingen in het vmbo zich over het algemeen minder goed vertegenwoordigd door de politiek dan leerlingen in havo en vwo en hebben ze minder vertrouwen in de politiek. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de UvA.

Voor dit onderzoek werden enkele duizenden leerlingen gedurende hun schoolcarrière in het vo elk jaar bevraagd over de democratische rechtsstaat. Uit hun antwoorden blijkt dat een grote meerderheid van de leerlingen sterk hecht aan de representatieve democratie. In het vierde schooljaar was bijvoorbeeld gemiddeld 70% vóór besluitvorming door gekozen politici. Autoritaire bestuursvormen en beperking van het stemrecht worden massaal afgewezen en de vrijheid van meningsuiting wordt breed ondersteund. Het rapport weerlegt daarmee zorgen in de samenleving over jongeren die minder waarde zouden hechten aan democratie. De steun voor de democratie is ook terug te zien bij alle groepen leerlingen, al vanaf het eerste leerjaar van het vo, zo concluderen de onderzoekers. Als verklaring voor dit laatste punt noemen ze onder meer ‘vroege socialisatie’, waarbij kinderen opgroeien met het idee dat democratie de beste bestuursvorm is en zij soms ook kapitaal op dit vlak erven van hun ouders.

Er is echter ook een aantal aandachtspunten aldus de onderzoekers:


Deze aandachtspunten onderstrepen opnieuw het belang van goed burgerschapsonderwijs in het vo en kunnen scholen verdere handvatten bieden in het invulling geven hieraan (bijvoorbeeld: verdere focus op het vmbo of bepaalde thematiek zoals het belang van gelijkheid en respect voor elkaar).