Rapport leerlingen voorbereiden op banen van de toekomst

28 augustus 2017

Werken als nano-dokter, virtuele advocaat of robot counselor? Ongeveer 65 procent van de basisschoolleerlingen van het schooljaar 2017/2018 zullen later gaan werken in beroepen die nu nog niet bestaan, aldus het World Economic Forum. In het rapport ‘Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen van Prof. Dr. Paul Kirschner (Open Universiteit) wordt getracht oplossingen te geven hoe het huidige onderwijssysteem leerlingen kan voorbereiden op banen van de toekomst.

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hebben een grote impact op de manier waarop jongeren in de toekomst zullen werken. Wat moet en kan het onderwijs doen om jongeren voor te bereiden op deze – onvoorspelbare – toekomst en is het onderwijs klaar voor deze veranderingen? Kirschner vroeg een groep experts uit Europa en Noord-Amerika om hiervoor ideeën aan te leveren.

Metacognitieve vaardigheden

Het meest van belang worden de metacognitieve vaardigheden geacht, waarbij jongeren reflecteren op hun leerproces en waarbij zij in staat zijn hun eigen doelen te stellen, vooruitgang op de doelen te monitoren en zo de door henzelf gestelde doelen te bereiken. Kennis en vaardigheidsoverdracht blijft van groot belang, daarnaast moet er meer aandacht komen voor andere vormen van leren. Metacognitie moet een prominente rol krijgen zodat vaardigheden ontwikkeld en toegepast kunnen worden in nieuwe, en bij voorkeur, authentieke situaties waarin aandacht is voor zelfkennis en reflectie. Meer aandacht voor geletterdheid en informatievaardigheden zouden relatief eenvoudig ingepast kunnen worden in de huidige onderwijspraktijk.

Het is niet reëel te verwachten dat de kennis en vaardigheden die worden opgedaan in het funderend onderwijs ‘een leven lang meegaat’. Werknemers zullen zich blijvend moeten bijscholen om de aansluiting met de arbeidsmarkt te houden omdat de levensduur van bedrijven en functies afneemt.

Drietrapsprocedure

Kirschner adviseert een drietrapsprocedure bij het uitzetten van onderwijsbeleid. De eerste trap is het leggen van een kennisfundament waarmee leerlingen goed kunnen functioneren in het vervolgonderwijs en in hun toekomstige loopbaan. De tweede trap is ervoor zorgen dat leerlingen ook echt in de praktijk aan de slag kunnen met wat zij geleerd hebben in het onderwijs. De competenties die ze daarvoor nodig hebben zijn kennis toepassen in uiteenlopende situaties, problemen oplossen en samenwerken. De derde trap is het ontwikkelen van hogere-orde denkvaardigheden zoals metacognitie en reflectie. Dat zijn de vaardigheden die aan de basis liggen van een leven lang leren en kritisch denken.

Het rapport van Prof. Dr. Paul Kirschner is online te lezen.