SP start meldpunt tijdelijke contracten in het onderwijs

06 oktober 2021

De SP richt een meldpunt op om verhalen te verzamelen van leraren die geen vast contract krijgen. Dat zei het SP-Kamerlid Kwint in het debat met de vaste Kamercommissie Onderwijs over leraren op 6 oktober 2021.

De resultaten van het meldpunt deelt de SP met ministers en met de sectorraden. Minister Slob stelt in reactie hierop dat de tijdelijke contracten vooral in het vo een aandachtspunt zijn. De minister heeft de Kamer toegezegd hierover in gesprek te gaan met werkgevers. De VO-raad gaat hierover ook in gesprek met leden.

Uit de Trendrapportage arbeidsmarkt Leraren 2020 van het Ministerie van OCW blijkt dat in het vo 82% van de leraren een vaste aanstelling heeft. Het overige deel heeft dus (nog) geen vaste aanstelling in het onderwijs. Een deel hiervan heeft een tijdelijke aanstelling met uitzicht op een vast contract (meestal na 1 jaar, maximaal na 2 jaar), en een deel heeft een tijdelijke aanstelling zonder uitzicht op een vast contract. Het komt dus voor dat leraren meerdere tijdelijke contracten krijgen, maar we hebben geen inzicht in hoe vaak dit het geval is. In de meeste gevallen is dit niet aan de orde, voor de stabiliteit en continuïteit kiest een werkgever liever voor vaste aanstellingen. Redenen voor tijdelijke contracten zijn bijvoorbeeld een vervangingsfunctie, een prognose van krimp in leerlingaantallen, ontwikkelingen in de omgeving van de school, enz.


Tijdens het debat spraken Kamerleden en minister over de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar. Ze uitten hierbij hun zorgen over werkdruk en kwaliteit van onderwijs. De aanwezige Kamerleden pleitten voor meer aandacht voor goede begeleiding van startende leraren, het verhogen van de deeltijdfactor, meer evidence based werken en stagevergoeding voor stagiaires in de school. Van Meenen (D66) stelt een verlaging van het aantal lesuren per week naar 20 uur in plaats van 25 uur voor.

Arbeidsmarkttoelage

Een aantal Kamerleden maakt zich zorgen over de arbeidsmarkttoelage. Zij vragen zich, door signalen uit het veld, af of de toelage terecht komt bij alle scholen die hier baat bij hebben. Ook bestaat de vrees dat door deze en NPO-middelen problemen juist verergeren doordat leraren ergens anders gaan werken of zelfs via commerciële bureaus werken. Verder klonk de oproep van verschillende Kamerleden om de NPO-middelen over 4 jaar te verspreiden in plaats van 2 jaar. Door minister Slob werd aangegeven dat er op de monitor van begin 2022 wordt gewacht om hier het gesprek verder met elkaar over te voeren.

Rondetafelgesprek Lerarentekort

Een week eerder organiseerde de Kamercommissie een rondetafelgesprek over het lerarentekort. Vice-voorzitter Hein van Asseldonk riep daar namens de VO-raad op om te kiezen voor een structurele en duurzame aanpak en investeringen. Het onderwijs moet de beste mensen kunnen aantrekken én behouden. Hiervoor is onder andere ruimte nodig: ruimte in schoolorganisaties, voor meer ontwikkeltijd voor leraren, maar ook in het bevoegdhedenstelsel.

In het position paper dat de VO-raad eerder naar de Tweede Kamer stuurde, roepen we de politiek dan ook op om aandacht te hebben voor het minder zichtbare tekort in het vo en te investeren in ontwikkeltijd voor leraren, de ambities van Samen opleiden en versteviging van regionale samenwerking tussen schoolbesturen en met lerarenopleidingen en andere partners in de regio.

Binnenkort wordt ook een tweeminutendebat gepland in de Tweede Kamer om plenair vervolg te geven aan het debat van 6 oktober 2021.