Stijging pensioenpremies 2022 verwacht

22 juli 2021

ABP verwacht dat het ouderdoms- en nabestaandenpensioen per 1 januari 2022 stijgt met 1,5%-punt van 25,9% naar 27,4%. Dit heeft het ABP op 22 juli 2021 bekendgemaakt.

Het definitieve percentage van de pensioenpremie wordt eind november door het ABP bestuur vastgesteld. Stijgen de pensioenpremies voor 2022 volgens de huidige verwachting, dan stijgen de loonkosten in 2022 naar schatting met circa 0,6%. De premie voor de VPL-compensatie (IVP-premie) blijft 3%. Door de stijging van de pensioenpremies stijgt de werknemersbijdrage aan de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen.

Het ABP heeft vorig jaar al gewaarschuwd voor een stijging van de pensioenpremies per 1 januari 2022. Dit was aanleiding voor de VO-raad om, samen met de andere sectororganisaties van de overheids- en onderwijssectoren, in gesprek te gaan met de samenwerkende centrales voor het overheidspersoneel (SCO). Het doel van het overleg was de pensioenpremiestijging te voorkomen dan wel af te zwakken. Het overleg heeft niet geleid tot wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2022.

Na de zomer wordt verkend of er een andere manier is om de totale pensioenpremielast de komende jaren niet te laten stijgen. Deze verkenning kan van invloed zijn op de definitieve vaststelling van de pensioenpremies.

De stijging van de pensioenpremies heeft niet alleen effect op de loonkosten voor werkgevers. De premiestijging drukt het totaal aan beschikbare arbeidsvoorwaardenruimte.