Voorstel bonden voor andere wijze cao-onderhandelingen lost echte problemen niet op

28 september 2022

In een gezamenlijke verklaring die op 28 september openbaar werd gemaakt maken de onderwijsbonden zich hard voor het terugdraaien van de decentralisatie van de onderhandelingen over de primaire arbeidsvoorwaarden in het funderend onderwijs. Zij pleiten voor rechtstreekse onderhandelingen met de minister (in plaats van met de werkgevers) over het salaris van het onderwijspersoneel. Ook is het voorstel de salarissen uit de lumpsum te halen en om bestuurders onder de onderwijs-cao te laten vallen. De bonden vinden een dergelijke vergaande stelselwijziging nu nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen waar het onderwijs voor staat.

De VO-raad deelt het toekomstbeeld dat de bonden in de verklaring schetsen. Kort samengevat in ‘elk kind in Nederland krijgt goed onderwijs, vormgegeven door professionele en bevlogen onderwijsmedewerkers’. Om het beste onderwijs voor leerlingen mogelijk te maken staat het onderwijs voor een aantal grote uitdagingen: het bevorderen van kansengelijkheid, verbeteren van de basisvaardigheden en het lerarentekort. Die onderwerpen vragen om samenwerking tussen sociale partners in het belang van leraren en leerlingen.

Het eenzijdige voorstel van de bonden over het anders inrichten van de cao-onderhandelingen draagt niks bij aan het oplossen van de echte problemen, zoals de hoge werkdruk van leraren en het ervaren gebrek aan professionele ruimte. Dit zijn belangrijke onderwerpen om iets aan te doen, juist ook om het lerarentekort te bestrijden.

Samen met de bonden zijn werkgevers constructief aan het nadenken over hoe we bijvoorbeeld de onderwijstijd voor leraren kunnen verlagen, zodat er meer tijd overblijft voor lesvoorbereiding en curriculumontwikkeling. Samen initiatieven nemen op dit soort terreinen, zoals we hebben afgesproken in het onlangs gesloten Onderwijsakkoord, brengt het gewenste toekomstbeeld sneller dichterbij dan een langdurige discussie over een forse stelselwijziging ten aanzien van de cao-onderhandelingen, vanuit een niet-realistische verwachting dat rechtstreeks onderhandelen met de minister hogere lonen oplevert voor leraren dan de huidige werkwijze.