Voorstel om leraren te stimuleren meer uren te werken roept veel vragen op

07 november 2022

Minister Wiersma start een pilot met het invoeren van een bonus voor leraren die meer- of voltijds willen gaan werken. Doel is om leraren meer uren te laten werken en zo een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het lerarentekort. Dit voorstel komt voort uit een motie van de Tweede Kamer, maar past ook binnen het pakket van maatregelen over het verhogen van de deeltijdfactor in het onderwijs. Sociale partners en het ministerie zijn hierover in gesprek in het kader van de uitwerking van het Onderwijsakkoord. Dit voorstel voor een bonusregeling als geïsoleerde maatregel komt nu echter uit de lucht vallen.

Het toekennen van een bonus aan leraren die meer uren willen gaan werken roept de nodige vragen op. De belangrijkste vraag bij de uitwerking is die naar de mogelijke effectiviteit. Waarom werken leraren in deeltijd en helpt een bonus om hen een andere keuze te laten maken? De vraag wat nodig is om leraren te stimuleren meer uren te gaan werken, staat centraal in een aantal pilots die Voion, waarin sociale partners samenwerken op het terrein van arbeidsmarktvraagstukken, dit schooljaar organiseert. Andere aandachtspunten zijn beschikbaarheid en kosten van kinderopvang en fiscale effecten.

Een relevante vraag die het voorstel oproept is ook of het juridisch wel mogelijk is om een beloningsonderscheid te maken tussen collega’s met een verschillende deeltijdfactor. En in het verlengde daarvan, wat doet dit binnen een school met de verhoudingen tussen het personeel: krijgen leraren die al langer (bijna) voltijds werken geen bonus en andere collega’s die nu meer gaan werken wel?

In het voortgezet is de gemiddelde deeltijdfactor gelijk aan het landelijk gemiddelde (0, 81 fte). Voor het voortgezet onderwijs is er dan ook op dit vlak niet veel winst te behalen en zeker minder dan in het basisonderwijs, waar de deeltijdfactor aanzienlijk lager is. In het voortgezet onderwijs manifesteert het lerarentekort zich bovendien in een aantal tekortvakken (o.a. wis- en natuurkunde, Nederlands, klassieke talen). Voor kleine vakken in het voortgezet onderwijs zijn er soms niet meer uren op één school beschikbaar voor een leraar in dat vak. Daar zou juist het stimuleren van samenwerking met andere scholen die ook een leraar voor dit vak zoeken helpen (gezamenlijk een aantrekkelijke baan creëren). De VO-raad ziet daarom meer potentie in een integrale aanpak om werken in het voortgezet onderwijs aantrekkelijker te maken. Het verhogen van de deeltijdfactor is daar een onderdeel van.