Waar samenwerkingsverbanden op moeten letten bij hun verantwoording

05 maart 2018

Waar moeten samenwerkingsverbanden op letten bij hun verantwoording? Het ministerie van OCW formuleerde in samenspraak met onder andere de PO-Raad en VO-raad, inspectie en samenwerkingsverbanden drie uitgangspunten. In dit bericht de uitgangspunten in het kort.

De drie geformuleerde uitgangspunten bij verantwoording zijn bedoeld ter ondersteuning van de professionalisering van samenwerkingsverbanden op het gebied van goed financieel management. De uitgangspunten hebben zowel betrekking op de horizontale als de verticale verantwoording.

De PO-Raad en de VO-raad roepen schoolbesturen en samenwerkingsverbanden op zich te conformeren aan de uitgangspunten en deze te gebruiken bij het verantwoorden en monitoren van de middelen waarover het samenwerkingsverband de beschikking heeft.

De uitgangspunten

Uitgangspunt 1: Het samenwerkingsverband legt verantwoording af over alle middelen die het tot haar beschikking heeft in relatie tot beoogde doelen en bereikte resultaten.

Uitgangspunt 2: Schoolbesturen zijn zich bewust van de verschillende rollen die zij binnen het samenwerkingsverband hebben en handhaven hun rolzuiverheid.

Uitgangspunt 3: Iedereen die middelen besteedt legt verantwoording af. Hierbij wordt rekening gehouden met regionale verschillen.

Goede voorbeelden

In de komende periode verzamelen de PO-Raad en VO-raad good practices op het gebied van verantwoording door en binnen samenwerkingsverbanden, die via de website zullen worden gedeeld. Daarnaast worden voorbeeldvragen geformuleerd die het samenwerkingsverband kan stellen aan schoolbesturen ter ondersteuning van de verantwoording. Wilt u hier een bijdrage aan leveren? Neem dan contact met a.vangroenestijn@poraad.nl of mikejolink@vo-raad.nl.

Lees hier de volledige tekst van de handreiking ‘Uitgangspunten bij monitoring en verantwoording door en binnen samenwerkingsverbanden passend onderwijs’.