Co-teaching: beter omgaan met diversiteit

05 maart 2018

Passend onderwijs is erbij gebaat als meerdere onderwijsprofessionals intensief met elkaar samenwerken in de klas. Althans, als die samenwerking aan bepaalde eisen voldoet. Dat betoogt Dian Fluijt, die gespecialiseerd is op het gebied van co-teaching. Fluijt is docent bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en lid van het lectoraat ‘Normatieve Professionalisering’ van Hogeschool Utrecht. Daarnaast is zij eigenaar van ‘De OnderwijsMENSen’. Wat is co-teaching? En waarom draagt het bij aan passend onderwijs?

Inclusief onderwijs, ofwel een onderwijsbestel waarin leerlingen – met en zonder beperking – samen in de klas zitten en les krijgen van onderwijsprofessionals die intensief met elkaar samenwerken om elke leerling het beste onderwijs te geven.

Geen utopie

Dat dit geen utopie is, heeft Dian Fluijt gezien in Oostenrijk, waar het bijna al zo ver is. “In 2020 bestaat daar geen speciaal onderwijs meer”, vertelt ze. “In Graz – de regio die voorop loopt – zag ik hoe leraren samen met hart en ziel lesgeven aan groepen waarin het kind met het syndroom van Down en het kind in de rolstoel net zo floreren als de ‘reguliere’ leerling. Dat komt onder meer doordat er, afhankelijk van de groepsgrootte en het aantal leerlingen met een beperking, meer leraren voor de klas staan. Dat kan doordat het onderwijsbudget, dat vergelijkbaar is met Nederland, wordt ingezet in de klas. Het geld gaat dus niet naar allerlei ondersteunende diensten en speciale voorzieningen. Daar kunnen we in Nederland heel veel van leren.”

Dit is het eerste deel van het artikel over dit praktijkvoorbeeld uit de uitgave Verrassend Passend II. Lees het volledige artikel op de website van het Steunpunt Passend Onderwijs.