Uitspraak hoger beroep: werknemer openbaar onderwijs is ambtenaar

08 september 2016

De Centrale Raad van Beroep heeft duidelijkheid geschapen over de juridische status van werknemers in het openbaar onderwijs. De Raad oordeelde op 13 augustus 2015 dat deze werknemers wel degelijk een ambtelijke aanstelling hebben. Hierover had de Rechtbank in Gelderland eerder een andersluidende uitspraak gedaan.

Begin 2015 verklaarde de sectie bestuursrecht van de Rechtbank in Gelderland zich niet ontvankelijk om kennis te nemen van een ontslagzaak in het openbaar onderwijs en verwees de zaak door naar de kantonrechter. De reden hiervoor was dat in de statuten van de instelling onvoldoende overheidsinvloed verzekerd zou zijn en derhalve geen sprake is van een openbare dienst. Het gevolg hiervan is dat het ontslag een privaatrechtelijke rechtshandeling is en geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Derhalve moet het ontslag getoetst worden aan andere – civiele – maatstaven en door een andere rechter. 

De Centrale Raad van Beroep is het hier echter niet mee eens. Onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis stelt de Centrale Raad dat met het creëren van de mogelijkheid tot onderbrenging van het openbaar onderwijs in een privaatrechtelijke stichting niet is beoogd om op enigerlei wijze afbreuk te doen aan het karakter van het openbaar onderwijs. Of er nu gekozen wordt voor een publiekrechtelijke of een privaatrechtelijke bestuursvorm, er blijft sprake van openbaar onderwijs. Ook ten aanzien van de rechtspositie van het personeel bestaat hierover geen verschil en blijft sprake van een ambtelijke aanstelling.

Uitspraak Centrale Raad van Beroep