'Betrek bedrijfsvoering bij gesprek over ontwikkeltijd'

12 februari 2019

‘Betrek bedrijfsvoering bij gesprekken over ontwikkeltijd’, stellen Margôt Stolker en Robert Hommen van Voion, ‘maar maak het geen discussie over de cijfers, want een goed gesprek vertrekt juist vanuit de onderwijsinhoud. Waar ligt de ruimte die je kunt vrijspelen voor ontwikkeltijd? Onze ervaring is dat er meer mogelijk is dan scholen denken.’

Op veel scholen zijn leraren aan de slag om samen met hun leidinggevenden hun takenpakket anders in te richten om de werkdruk te verminderen. Minder lestaken en meer ontwikkeltijd is de cao-afspraak die de komende tijd wordt ingevuld. Medewerkers van Voion ondersteunen en inspireren scholen om een goed gesprek over ontwikkeltijd te voeren, zoals Robert Hommen (senior adviseur onderwijs) en Margôt Stolker (adviseur onderwijs).

Advies voor goed opzetten discussie 

Robert Hommen verbaast zich weleens over het onderwijs, waar aanstellingen van drie cijfers achter de komma kunnen voorkomen. ‘En dat is gelijk het risico, want je moet de discussie vanuit de onderwijsinhoud aanvliegen en niet vanuit de financiële kant of het taakbeleid. Het gaat erom waar je de ruimte in het onderwijsprogramma kunt maken. En als je dat weet, kun je samen bespreken welke invulling je eraan geeft. Het is handig om bestaande overlegmomenten te benutten om eraan te werken. Zie het ook als een kans en niet als een bedreiging.’

‘Focus daarbij op mensen die positief staan in dit veranderingsproces’, vult Margôt Stolker aan, ‘en betrek ook ouders erbij.’ Scholen staan wel onder druk omdat er in korte tijd iets moet gebeuren. Per 1 maart moeten er plannen worden ingediend die met instemming van de MR in principe per 1 augustus 2019 ingaan.

Betrek bedrijfsvoering en hrm-experts

Het vraagt nogal wat van scholen en docenten om binnen deze korte termijn concrete plannen in te dienen; alle hens aan dek dus. Daarbij is het belangrijk om ook de roostermakers, medewerkers bedrijfsvoering en hrm te betrekken. Hrm-medewerkers kunnen een rol hebben als procesbegeleiders, die het management en docenten kunnen ondersteunen in de dialoog, aldus de Voion-adviseurs. Veranderingen in het onderwijs kunnen gevolgen hebben voor de huisvesting: de indeling of het gebruik van leslokalen kan immers veranderen. Ook voor inkoop en inzet van scholing kan het gevolgen hebben.

Maar de meerwaarde van het betrekken van de bedrijfsvoeringsexpertise ligt ook in meerjarige strategische planning. Door de leerlingpopulatie goed in beeld te hebben bijvoorbeeld of de keuzes voor profielen. Stolker: ‘Er zijn genoeg tools om voorspellingen te doen voor de langere termijn. Door hier beleid op te maken kun je een tekort of overschot van vakdocenten voorkomen. Dat nodigt misschien ook uit om met die cijfers naar een school in de buurt te gaan om samen te werken op personeelsgebied.’

Tijd vrijspelen voor ontwikkeling

Goede voorbeelden zijn er genoeg, vindt Stolker: ‘Bijvoorbeeld bij scholen die al eerder dit gesprek zijn gestart en waar docenten minder lestaken hebben en meer tijd voor ontwikkeling. Het kan ingrijpend zijn om dat te realiseren. Soms helpt het om eens buiten de eigen sector te kijken, bijvoorbeeld in het hbo of mbo.

Minder toetsen en meer formatief werken bijvoorbeeld betekent niet dat leerlingen minder leren, maar het zorgt wel voor minder druk bij de docent. Ook maatwerk in het onderwijsprogramma, zodat leerlingen soms sneller of op een andere manier een vak doorlopen, kan ruimte opleveren. Scholen die vanuit concepten werken als het technasium, de kunstprofiel- of LOOT-scholen, delen de reguliere onderwijstijd anders in en spelen daarmee ruimte vrij. En er zijn scholen die de lestijd anders inrichten, met bijvoorbeeld instructielessen van 30 minuten en keuzewerkuren voor leerlingen.’

Samen de discussie aangaan

Hommen ziet dat er ook misverstanden zijn: ‘Sommige scholen hebben niet helder op het netvlies welke ruimte de wet op de onderwijstijd biedt; de oude situatie met de 1040 verplichte uren geldt niet meer. Soms gaan docenten uit van aannames over eindtermen en eindexamens die niet meer kloppen. En minder lesuren voor de docent betekent niet meer vrije tijd voor de leerling. Het gaat er juist om de tijd anders in te delen en meer tijd vrij te maken voor ontwikkeling van onderwijs. De grootste uitdaging is om docenten weer nieuwsgierig te maken, zodat ze hun eigen onderwijsprogramma met een frisse blik bekijken. En daarin keuzes maken. Het is aan de directies en de docenten om dat proces samen te organiseren.’
 

De CAO-afspraken over ontwikkeltijd
In de CAO VO 2018-2019 is afgesproken dat er vanaf 1 augustus 2019 in het takenpakket van de leraar 50 uur op jaarbasis wordt vrijgespeeld om in te zetten als ontwikkeltijd. Leraren kiezen zelf in overleg met elkaar en hun leidinggevenden waar ze de vrijgekomen tijd aan besteden. Voor 1 maart  2019 moeten leraren(teams) en schoolleiding een plan klaar hebben over een andere organisatie van de lestaak. Lees meer op de themapagina Ontwikkeltijd van de VO-raad en de website Ontdekderuimte.leraar.nl van OCW en de Onderwijsinspectie.

Ondersteuning vanuit Voion