Blog: Black-out

02 april 2020

‘Ik ga altijd fluitend naar school en fluitend naar huis’, zei Floris toen ik hem vorige week voor het eerst sprak. Floris – vanwege privacyredenen niet zijn echte naam – is de leerling aan wie ik ben gekoppeld via project Thuisschoolmaatje.

Ik ben dus zijn maatje. Een maatje die vijftig jaar ouder is. Zijn mentor had me het een en ander over hem verteld. Dat was informatief, maar Floris kon het ook goed zelf verwoorden. ‘Ik zit in de tweede van de TL,’ zei hij, ‘en ik wil eigenlijk naar de havo.’ ‘Ik heb een hoog IQ, maar ben ook dyslectisch.’ Zijn mentor voegde er aan toe dat hij ook ADD heeft.

Wat zou ik voor deze fluitende fietser kunnen betekenen, vroeg ik me af. Nou daar had Floris wel een idee bij. ‘Ik heb moeite met structuur en planning, als je (jazeker, je…) daarbij kan helpen graag.’ Nu met het onderwijs op afstand wordt het planningsprobleem nog lastiger.

Het was de mentor zelf die hem de suggestie van het maatje deed. Hij zag er wel wat in en zijn ouders ook. Al tijdens het eerste gesprek toonde hij zijn openheid en kwetsbaarheid. Hij vertelde dat hij die middag een totale black-out kreeg bij zijn eerste presentatie in het Engels. ‘De eerste zinnen gingen nog wel, maar daarna wist ik helemaal niets meer en kon ik niets meer zeggen in het Engels.’ Hij vertelde waar het over moest gaan en hoe hij zich had voorbereid. Het was een puur en eerlijk, maar ook wat triest verhaal van een jongen die zo graag wil, maar op dat moment net niet kon. Ik voelde met hem mee. En ik hoefde niet eens moeite te doen het gevoel op te roepen dat ik zelf had als ik als puber faalde. Het was er direct. We spraken er over. Over hoe moeilijk zo’n eerste presentatie in een andere taal is, dat mij het ook is overkomen, hoe je de lat voor jezelf wat lager kunt leggen, hoe je iets kunt omschrijven als je vastloopt met zinnen die je hebt voorbereid, maar er op het moment suprême niet uitkomen.

Hij appte me de volgende dag dat hij die middag een herkansing had. We appten nog wat op en neer ter voorbereiding. Hij had geoefend met zijn ouders. Na afloop belde hij op. ‘Het ging goed’, zei hij opgelucht. Ik was zo blij voor hem, alsof het mijn eigen kind was.