Blog Henk Hagoort: Boemerang

17 november 2022

Vorige week presenteerden we als VO-raad en PO-Raad gezamenlijk de sectorrapportage 2022 aan de Vaste Kamercommissie Onderwijs. Deze sectorrapportage geeft op data gebaseerde informatie over de belangrijkste ontwikkelingen in onze sector. We konden de Kamerleden bijvoorbeeld met cijfers laten zien dat het stapelen van diploma’s na jaren van daling weer wat stijgt, dat te veel schoolgebouwen sterk verouderd zijn en dat onze overhead beperkt is.

Na de presentatie ontstond er een interessant gesprek met de aanwezige Kamerleden. Lisa Westerveld (GroenLinks) vroeg waarom de scholen niet alle docenten en medewerkers gewoon een vast contract gaven. Ze vond dat passen bij goed werkgeverschap, zeker in tijden van schaarste aan personeel. Schoolbesturen kunnen dat toch zonder risico doen nu er door het kabinet structureel geïnvesteerd wordt?

Een logische vraag, maar het laat zien hoe het mis kan gaan in de relatie tussen de overheid en onze sector. Kamerleden verkeren blijkbaar in de veronderstelling dat structurele middelen ook als structureel geld bij de scholen terechtkomen. Wij weten dat dat niet zo is. De middelen komen als tijdelijke subsidies. Ik heb uitgelegd dat een school die nu voor bijvoorbeeld 1,5 miljoen euro is ingeloot (!) voor de subsidie basisvaardigheden zekerheid heeft gekregen tot 31 januari 2024. Dat is dus anderhalf jaar. Voor dat bedrag zou de school minimaal 15 medewerkers kunnen aannemen, maar niet voor langer dan die anderhalf jaar. Dat betekent dus tijdelijke contracten voor de docenten en medewerkers die het schoolbestuur kan aantrekken. Met geen enkele zekerheid of het lot over een jaar opnieuw op je school valt, zou het onverantwoord zijn om vaste contracten te geven. Daar komt dan bij: je gaat onvoldoende mensen vinden die voor een tijdelijk contract willen komen werken. Dus zal er voor menig schoolbestuur niet anders op zitten dan ook de hulp van een commercieel bureau in te roepen.

Met als risico dat deze onvermijdelijke gevolgen van een tijdelijke subsidie vervolgens via Kamerleden en de minister als een boemerang terugkomen in de vorm van een verwijt aan de sector. De sector wordt slecht werkgeverschap verweten en voor je het weet ook verantwoordelijk gehouden voor het weglekken van geld naar de commercie. Gelukkig wierp het gesprek over de sectorrapportage in dit geval direct vruchten af. Tijdens het begrotingsonderzoek op 17 november, een vooroverleg van de Kamer over de begrotingsbehandeling van OCW, vroeg Lisa Westerveld aan minister Wiersma wat hij vindt van het argument van de raden dat subsidies het lastig maken om meer mensen in vaste dienst te nemen. Ons betoog is niet onopgemerkt gebleven, waarvan acte.