Blog Henk Hagoort: Code rood

03 november 2022

Afgelopen week was ik een paar dagen in Finland met minister Wiersma en een divers gezelschap uit funderend onderwijsland. Er gaan naar mijn weten al jaren allerlei onderwijsgroepen naar Finland om te leren van het Finse succes. De Finnen scoren traditioneel hoog in de PISA-scores, kennen geen Onderwijsinspectie en er werken in het hele funderend onderwijs alleen masteropgeleide docenten, die maatschappelijk hoog in aanzien staan. En last but not least: alle leerlingen zitten ongeacht hun achtergrond of ‘special needs’ in dezelfde klassen. Jaloersmakend natuurlijk.

Toch klonken er deze reis meer zorgen van de Finnen dan – zo vertelden ervaren reisgenoten mij – een aantal jaren geleden. In sommige delen van het onderwijs voelen ook de Finnen de eerste tekorten. Leraren verlaten meer dan voorheen het beroep omdat de werkdruk stijgt. Die stijgende werkdruk heeft alles te maken met de toenemende diversiteit. Het lukt steeds moeilijker om inclusief onderwijs aan te bieden door de groeiende zorgvraag in de klas. Ook kinderen van immigranten, die met taalachterstanden naar school komen, vragen extra aandacht en begeleiding. De PISA-scores en basisvaardigheden dalen. Of zoals een Finse schoolleider zei: ‘Wij krijgen de problemen die jullie al een tijdje ervaren, binnenkort komen de Finse delegaties bij jullie op bezoek.’

Belangrijk is dan wel dat het ons gaat lukken om die problemen samen op te lossen, en dan allereerst het lerarentekort. Het is in het hele land code oranje en in veel steden code rood. Dat vraagt om actie. De ministers van onderwijs stuurden 21 oktober jl. een brief aan de Kamer met een aantal opties voor onorthodoxe maatregelen, die de komende maanden serieus uitgewerkt gaan worden. Volgens mij is een combinatie van genoemde maatregelen nodig (de onderwijstijd die internationaal gezien hoog is, bevoegdheden die op papier niet altijd meer passen bij de onderwijspraktijk, anders organiseren, beter opleiden etc.). Ik licht er hier één optie uit, die ook in de genoemde Kamerbrief ter sprake komt en spannend is voor onze vereniging. Die oplossingsrichting gaat over niet-vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen in hun regio.

De concurrentie tussen scholen om leerlingen, en inmiddels óók om leraren, zit voldoende samenwerking nog te vaak in de weg. De samenwerking is nu vrijwillig, niet iedereen doet mee en niemand kan de ander tot iets verplichten. Rond het lerarentekort en behoud van leraren is meer nodig om het tij te keren. Dat noodzaakt ons om te verkennen of het organiseren van een collectieve verantwoordelijkheid mogelijk is, waaraan alle besturen in een regio meedoen en waarbinnen ook doorzettingsmacht is geregeld. Het probleem van het lerarentekort overstijgt immers de mogelijkheid en verantwoordelijkheid van één schoolbestuur. De onderwerpen waarover deze collectieve verantwoordelijkheid zou kunnen gaan zijn bijvoorbeeld: vormen van bovenschoolse mobiliteit, inductie van nieuwe leraren, professionalisering en eisen aan de kwaliteit van strategisch HR-beleid. De uitdaging is daar een passende vorm voor te vinden met voldoende doorzettingsmacht om impasses in de onderlinge samenwerking te doorbreken. Geen gemakkelijke opgave maar we kunnen niet voor die vraag weglopen. En als het ons lukt, wie weet komen de Finnen over tien jaar dan bij ons iets afkijken.