Het eerste jaar huiskamer-klas is goede basis voor toekomst

08 november 2022

De huiskamer-klas van het Haagse François Vatel vmbo, voor vmbo-basisleerlingen met leerwegondersteunend onderwijs, is een succes. Hoe hebben de leerlingen het ervaren? En hoe gaat de school verder met de ontwikkeling?

Aanleiding voor de huiskamer-klas was onrust in de reguliere klas. “Ook al werken we al met kleinere klassen van maximaal zestien leerlingen, het is niet voldoende. Daarom besloten we vorig schooljaar met de pilot ‘huiskamer’ te starten”, aldus locatiedirecteur Marco van Wijngaarden. Het afgelopen jaar was een succes: de huiskamer-klas had de hoogste cijfers en de leerlingen werden minder vaak verwijderd uit de klas wegens onveilige situaties, vergeleken met andere vmbo-basisleerlingen. Een mooi resultaat, zeker gezien de flexibiliteit die de coronamaatregelen van de leerlingen vroegen. Inmiddels is de eerste klas overgegaan naar het tweede leerjaar en is er een nieuwe huiskamer-klas in het eerste jaar gestart.

Zelfde niveau

Wat vinden de leerlingen zelf van de huiskamer-klas? Evi, Bram en Saifeddine kijken terug op een roerig en succesvol eerste jaar. “Het was fijn dat we allemaal hetzelfde niveau hebben”, zegt Saifeddine. “Er waren geen verschillen tussen leerlingen zoals op de basisschool. En het was fijn om extra aandacht en begeleiding bij opdrachten te krijgen.” De klas had vier dagen in de week een vaste onderwijsassistent, mevrouw Loo. Bram: “Ik vond het fijn dat mevrouw Loo er was, ze hielp ons ook bij gedrag. Bijvoorbeeld door een ruzie af te breken en vervolgens met elkaar te bespreken wat er gebeurde.”

Tweede jaar

De klas kreeg vorig jaar vanuit een vast lokaal les van vier vaste docenten, begeleid door de onderwijsassistent, met kluisjes in het lokaal. Inmiddels zijn er twee vakken en daarmee ook twee gezichten bijgekomen; een docent Economie en een docent Duits. Bovendien hebben de leerlingen hun kluisjes nu beneden net als hun medeleerlingen en zijn diverse lessen in andere lokalen. “We lopen meer rond, daar was het ook wel tijd voor”, vindt Evi. “Het was leuk voor het eerste jaar, om de overgang makkelijker te maken en te wennen. Maar de klas voelde daardoor ook anders dan andere klassen. Dat is niet per se leuk. Nu voelt het niet meer anders.” De groep heeft een nieuwe onderwijsassistent die hen drie dagen per week ondersteunt. Dat is wennen. Manouck Bergenhenegouwen, docent Engels en mentor: “Je merkt dat leerlingen iemand eerst moeten leren kennen, pas daarna kunnen ze je in vertrouwen nemen. Dat kost tijd.”

We doen het echt samen, meer dan in andere klassen

Manouck Bergenhenegouwen docent Engels en mentor

Drie lesplannen

Manouck ziet dat de klas hecht is. “We doen het echt samen, meer dan in andere klassen. De eerste tijd in de huiskamer-klas hebben we veel geïnvesteerd in de sociaal-emotionele ontwikkeling, meer dan in het cognitieve deel. We houden het sowieso heel erg bij de basis-lesstof en slaan geen zijpaden in met extra opdrachten of leesteksten. Ik maakte drie lesplannen, want als er ruzie is geweest in de pauze, kun je dat niet even parkeren. Je kunt pas aan de les beginnen als de ruzie is opgelost. Dat is mijn tip voor andere leraren: meeveren.”

Positieve benadering

“Deze groep hecht er veel waarde aan als je iets voor hen doet. Het zijn de kinderen die op de basisschool vaak op de gang zaten, andere boekjes lazen, extra begeleiding kregen en zelden hoorden wat ze goed deden. Je merkt aan hen dat ze het lastig vinden om iets negatiefs te horen, al is het maar dat je een regel uitlegt. Daarom kiezen we bewust voor een positieve benadering. Ik ben trots op al mijn leerlingen. Dit jaar ben ik voor het eerst mentor van deze klas, vorig jaar gaf ik hen al wel Engels. Ik heb expliciet om het mentorschap gevraagd, omdat het me een leuke uitdaging leek en omdat het een duotaak is met een mannelijke mentor. Dat is prettig voor de leerlingen, ze kunnen kiezen aan wie ze iets vertellen.”

Zelfverzekerder door tussenjaar

“De leerlingen zijn, met hier en daar wat hulp en handvatten, klaar voor het regulier onderwijs”, ziet Manouck. “Doel is dat zij in het derde leerjaar geen extra begeleiding meer nodig hebben. Maar wanneer dat wél nodig is, is het er. Dat tussenjaar heeft een aantal echt nodig gehad. Eerst stonden de leerlingen er wat onzeker bij van ‘hier zijn we dan’, nu hebben ze meer de houding van ‘de school is van ons’ net als andere tweedeklassers. Ze zijn zekerder van zichzelf geworden.” Marco: “Uiterlijk in het derde leerjaar volgt de klas de lessen en het curriculum alleen met een ondersteuner.”

Kennis opgedaan

Hoe kijken Marco en Manouck terug op de eerste weken van dit schooljaar? Manouck: “Vorig jaar was het eerste jaar van de huiskamer-klas en waren we nog erg aan het zoeken. Nu merk ik dat er al veel kennis is opgedaan. Het gaat veel natuurlijker en soepeler. Tegelijkertijd merk je dat iedere klas anders is. Vorig jaar had de klas veel ondersteuning nodig op sociaal-emotioneel gebied, dit jaar is er meer aandacht nodig voor cognitieve ondersteuning.”

Het was fijn om extra aandacht en begeleiding bij opdrachten te krijgen

Saifeddine leerling

Goede basis

Het verbeteren van de aanpak van de huiskamer-klas is een continu proces. Marco: “We bekijken ieder jaar wat de klassen en de leerlingen nodig hebben, zodat zij de middelbare school succesvol afsluiten en de overstap naar het mbo kunnen maken. Tijdens de mentorlessen bespreken we de onderwijsbehoefte met de leerling en proberen de lessen passend te maken. Hierbij werken docenten en ondersteuners nauw samen. Dat we leerlingen betrekken bij een plan als dit, vinden we belangrijk. Vorig jaar is er een goede basis gelegd. Daar werken we dit jaar verder aan samen met leerlingen, ouders en docenten.”

Note: De namen van de leerlingen in dit artikel zijn op hun verzoek gefingeerd.